Franchisecontract niet getekend? Toch gebonden…
Rechtbank Noord-Nederland
Onlangs heeft de rechtbank in Noord-Nederland uitspraak gedaan over de vraag wat de status is van de franchiserelatie tussen franchisenemer en franchisegever op basis van de feitelijke samenwerking zonder dat de franchiseovereenkomst is getekend. De rechtbank overweegt daarbij het volgende. Relevant is dat de franchisenemer bij het aangaan van de franchiserelatie geen bezwaren heeft geuit tegen de inhoud van de voorgelegde franchiseovereenkomst. Evenmin is gebleken dat franchisenemer als opschortende voorwaarde zou hebben gesteld dat van een franchiseovereenkomst pas sprake zou zijn geweest wanneer zowel franchisenemer als franchisegever de franchiseovereenkomst daadwerkelijk zouden hebben ondertekend. Als vervolgens blijkt dat de franchisenemer feitelijk de winkel gaat exploiteren overeenkomstig de bepalingen van de franchiseovereenkomst komt de rechtbank tot het oordeel dat de franchisenemer in kwestie al met al de franchiseovereenkomst stilzwijgend heeft aanvaard en dat hij dus een volledig franchisecontract tot stand is gekomen – geheel overeenkomstig de inhoud van het aan de franchisenemer voorgelegde franchiseovereenkomst. Ook het feit dat het franchisecontract veel later aan de franchisenemer door franchisegever is toegezonden, en zelfs het gegeven dat de franchisenemer het franchisecontract niet heeft willen ondertekenen maakt dit niet anders.
Partijen doen er dus verstandig aan, teneinde ieder misverstand te voorkomen, vanzelfsprekend ruim voor aanvang van de feitelijke samenwerking, de franchiseovereenkomst daadwerkelijk te tekenen. Indien zowel franchisenemer als franchisegever zich namelijk gedragen naar de inhoud van de franchiseovereenkomst, zijn beide partijen, ondanks het gebrek aan ondertekening, geheel gebonden aan het schriftelijke document. Interessant is de vraag of de stelling van de rechtbank zover kan worden doorgetrokken of de ex-franchisenemer dan ook gebonden is aan het post-contractuele beding van non-concurrentie. Als dit het geval zou zijn, zouden dan tevens bedingen die hun werking hebben na afloop van de franchiseovereenkomst bij ondertekende contracten verregaande gevolgen hebben voor zowel de franchisenemer als de franchisegever.
Mr Th.R. Ludwig – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar vandam@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Koppeling franchiseovereenkomst en huurovereenkomst onzeker? – d.d. 14 oktober 2019 – mr K. Bastiaans
Het is binnen een franchiserelatie geen uitzondering dat partijen overeenkomen dat de franchiseovereenkomst en de huurovereenkomst onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.
Beëindiging franchiseovereenkomst bij wijzigingen in gehuurde winkelruimte – 27 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Opzegging van een franchiseovereenkomst in het licht van het substantieel wijzigen van de gehuurde winkelruimte.
Artikel De Nationale Franchisegids: “Verdeling van (potentiële) klanten verboden?” – 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Binnen veel franchiseorganisaties worden afspraken gemaakt over de werving van (potentiële) klanten in een bepaald gebied.
Rayonbescherming geen bescherming tegen beëindiging wegens dringend eigen gebruik – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Kan franchisegever als verhuurder de huurovereenkomst beëindigen wegens dringend eigen gebruik, in de zin van rayonbescherming, terwijl dit op grond van de franchiseovereenkomst uitgesloten zou zijn.
Onredelijke vergoeding bij einde franchiseovereenkomst – d.d. 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn
In sommige franchiseovereenkomsten is bedongen dat de franchisenemer bij beëindiging van de franchiseovereenkomst altijd minimaal een bepaald bedrag aan kosten verschuldigd is aan de franchisegever.
Juridische Franchisestatistiek 2019: lichte afname aantal franchisegeschillen
In 2018 werden 44 uitspraken gepubliceerd op rechtspraak.nl, waarvan 12 hoger beroep zaken en één in cassatie (een prognosekwestie tegen Albert Heijn).