Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising
Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW. Kort en goed bestaat de wijziging eruit dat als er bij het aanbieden van goederen of diensten in zakelijke verhoudingen sprake is van misleiding, dit een onrechtmatige daad oplevert. Dit impliceert dat de Wet Acquisitiefraude ook in de precontractuele fase tot het aangaan van een franchiseovereenkomst van toepassing is.
In deze bijdrage zullen de civiel rechtelijke aspecten van de Wet Acquisitiefraude en de precontractuele fase bij het aangaan van franchiseovereenkomsten nader worden bezien, in het bijzonder de omkering van de bewijslast.
![243Foto-franchiseovereenkomst](https://www.ludwigvandam.nl/wp-content/uploads/2020/12/243Foto-franchiseovereenkomst-scaled.jpg)
Andere berichten
Inkoop- en afnameverplichting terecht of onterecht?
Inkoop- en afnameverplichting terecht of onterecht?
Franchisenemer doet geslaagd beroep op dwaling naar aanleiding van verstrekte prognose door de franchisegever
Franchisenemer doet geslaagd beroep op dwaling naar aanleiding van verstrekte prognose door de franchisegever
Franchisegever doet een geslaagd beroep op een postcontractueel non-concurrentiebeding
De rechtbank te Maastricht zag zich onlangs geconfronteerd met een zaak waarbij een franchisenemer voortijdig afscheid had genomen van de franchiseformule.
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst
Een gangbaar beding in de franchiseovereenkomst is een zogenaamd postcontractueel non-concurrentiebeding.
Formulewijziging door franchisegever niet automatisch grond voor ontbinding
Een franchisenemer neemt over het algemeen deel aan een franchiseformule om bepaalde specifieke redenen.
Artikel Foodmagazine november 2011
Artikel Foodmagazine november 2011