Geen formulewijziging maar doorontwikkeling door franchisegever
De rechtbank Maastricht oordeelde op 6 oktober 2022, ECLI:NL:RBLIM:2022:7655, over de vraag of de franchisegever een website van de franchisenemer kan afsluiten als de franchisenemer een wijziging in het beleid niet aanvaardt. De franchisegever geeft tevens aan over te zullen gaan tot opschorting van de doorbetaling van gelden die geïncasseerd worden door klanten van de franchisenemer.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de franchisegever niet in strijd met de franchiseovereenkomst handelt door voor te schrijven dat voortaan nog maar met één vaste leadgenerator mag worden gewerkt. De vordering om de website waarop de leads binnenkomen, weer online te zetten, zodat de leadgeneratie door een andere leadgenerator kan worden voortgezet, wordt daarom afgewezen.
Daarnaast vorderde de franchisenemer een verbod op opschorting van de doorbetaling van gelden die geïncasseerd worden door klanten van de franchisenemer. De franchisenemer verrichtte zonder de benodigde instemming van de franchisegever marketingactiviteiten op internet, had de zeggenschap in de franchiseonderneming gewijzigd en het contractuele voorkeursrecht van de franchisegever geschonden. Daarop had de franchisenemer gesteld dat de ongewenste marketingactiviteiten dienden te worden gestaakt en ook het contractuele voorkeursrecht alsnog nagekomen diende te worden. De franchisegever had aangekondigd dat als de franchisenemer aan de sommatie geen gehoor gegeven zou hebben, de gelden van klanten van de franchisenemer, niet te zullen doorbetalen aan de franchisenemer. De voorzieningenrechter wees het verbod op opschorting door de franchisegever af. Van enige daadwerkelijke opschorting was immers (nog) geen sprake.
De voorzieningenrechter oordeelde niet dat er sprake was van een formulewijziging, maar was kennelijk van mening dat er sprake was van een doorontwikkeling waaraan de franchisenemer zich diende te conformeren. Denkbaar is dat als de franchisenemer zich daar niet aan conformeert opschorting van tegoeden van de franchisenemer toegestaan zou kunnen zijn.
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar ludwig@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Overeenstemming tussen partijen
Een franchiseovereenkomst komt tot stand door een aanbod van de ene partij (de franchisegever)
Het belang van het mededingingsrecht bij franchiseconstructies in de zorgsector
Afgelopen jaar, te weten op 9 maart 2010, heeft de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa)
Een andere franchisegever tegen wil en dank?
Een andere franchisegever tegen wil en dank?
De beperking van een concurrentiebeding
Een ex-franchisenemer heeft een non-concurrentiebeding in zijn franchiseovereenkomst, die hem verbiedt om tijdens en gedurende twee jaren na de beëindiging van de franchiseovereenkomst een samenwerkin
Koppeling franchiseovereenkomst/onderhuurovereenkomst
Franchiseovereenkomsten en onderhuurovereenkomsten dienen op adequate wijze aan elkaar te zijn gekoppeld. Immers, de onderhuurovereenkomst wordt beheerst door dwingend huurrecht. Hier kan niet zomaar
Franchising is een serieuze zaak
De franchisepraktijk kenmerkt zich door een grote verscheidenheid aan kwesties die zich daarin manifesteren.