Financiële ramingen in de horeca

Door Gepubliceerd Op: 24-09-2013Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

Een steeds terugkerend onderwerp in de franchisepraktijk betreft de aansprakelijkheid ter zake ondeugdelijke prognoses. In een fast food markt die door de huidige economische situatie onder druk staat, is het van belang dat franchisenemers zich realiseren dat niet slechts de markt een oorzaak kan zijn van het feit dat de werkelijkheid achterblijft bij de prognoses. Franchisegevers op hun beurt dienen zich te realiseren dat de informatie die zij verschaffen, ook in het geval de cijfers door een derde zijn opgesteld, dienen te controleren op de juistheid daarvan. Indien zij dit niet doen, kan een vergaande aansprakelijkheid volgen.

Recent heeft het gerechtshof Den Bosch een arrest over dit onderwerp gewezen. Het gerechtshof oordeelde dat de franchisegever aansprakelijk was voor het verstrekken van onjuiste prognoses en adviezen voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst aan haar franchisenemer. In het arrest geeft het gerechtshof duidelijk aan dat er op franchisegevers een zware verantwoordelijkheid rust ter zake haar informatieverschaffing en advisering aan haar (kandidaat)franchisenemers voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst.

In de kwestie die aan het gerechtshof werd voorgelegd had de franchisegever haar franchisenemer voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst voorzien van een omzet-, marge- en resultaatsprognose. Voornoemde prognose was opgesteld door, en gebaseerd op een onderzoek van een derde. Deze derde was ingeschakeld door franchisegever. Helaas werden deze prognoses door franchisenemer niet behaald.

De slechte markt bleek niet (louter) de oorzaak te zijn van het feit dat de prognoses niet werden behaald. De prognoses bleken niet te zijn gebaseerd op juiste uitgangspunten. Zo bleken de omzetten en marges niet te zijn gebaseerd op historische gegevens van de locatie, die franchisenemer van franchisegever had overgenomen. Deze gegevens bleken wel voorhanden te zijn bij franchisegever. Voorts bleek geen enkele franchisenemer binnen de franchiseformule in staat te zijn deze cijfers te behalen. Ook waren de huurlasten vele malen lager begroot dan zij in werkelijkheid bleken te zijn.

De franchisegever verweerde zich door te stellen dat het rapport was opgesteld door een derde. Het gerechtshof maakte hier korte metten mee, aangezien de derde door haar was ingeschakeld en de franchisegever de beschikking had om het rapport op onjuistheden te controleren aangezien zij als franchisegever over de juiste gegevens beschikte.

Voorts verweerde de franchisegever zich door het in soortgelijke kwesties vaak gehoorde verweer dat de franchisenemer een slecht ondernemer was. Nu de prognose was gebaseerd op onjuiste feiten, die kenbaar waren voor franchisegever, kan franchisegever de aansprakelijkheid niet afweren met voornoemd verweer, oordeelde het gerechtshof.

Het gerechtshof oordeelde dat franchisegever aansprakelijk was voor de teruggang in het vermogen van franchisenemer, die zich heeft voorgedaan sinds het aangaan van de franchiseovereenkomst.

Gelet op het feit dat franchisenemer in de meeste gevallen grotendeels afhankelijk is van informatie van de franchisegever voorafgaand aan het sluiten van de franchiseovereenkomst en dat veel van de informatie die door franchisegever aan franchisenemer worden verschaft niet of nauwelijks controleerbeer zijn, is deze waarschuwing van het gerechtshof aan franchisegevers rechtvaardig te noemen.

Franchisegevers en franchisenemers in de fast food en horeca dienen zich voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst bewust te zijn van de belangrijke rol die de te verstrekken en te ontvangen informatie speelt. Franchisegevers dienen zeker in een veranderende markt, de door haar te vertrekken prognoses te controleren. Tot slot dient wel te worden opgemerkt dat, alhoewel dit niet aan de orde was in het hierboven aangehaalde arrest, een franchisenemer de ontvangen informatie binnen zijn mogelijkheden kritisch dient te beoordelen.

 

mr. E.G. Snoek, franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar info@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.

Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert staatssecretaris Keijzer over Wet Franchise

Kort samengevat wordt allereerst geadviseerd franchisegevers en franchisenemers actief te informeren over deze wetswijziging.

Post non-concurrentieverbod bij diensten- en verkoopfranchise

Als een franchiseovereenkomst eindigt, dan stuiten veel franchisenemers op een verbod in de franchiseovereenkomst om gedurende een bepaalde tijd daarna vergelijkbare werkzaamheden te verrichten

Het concept van de Wet Franchise: impact voor franchisegevers en franchisenemers – d.d. 5 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Ludwig & Van Dam advocaten denkt dat als het ontwerp van de Wet Franchise daadwerkelijk wet zal worden, er heel wat zal veranderen voor franchisegevers en franchisenemers.

Koop franchiseonderneming en de ontslagen zieke werknemer van 7 jaar geleden

De vraag is of een franchisenemer van Bruna, bij de verkoop van de franchiseonderneming aan Bruna, had moeten mededelen dat zeven jaar geleden een werknemer ziek uit dienst was getreden.

Rechtbank verbiedt Domino’s eenzijdige rayonverkleinging bij verlenging franchiseovereenkomsten – d.d. 28 januari 2019 – mr. R.C.W.L. Albers

Op 9 januari 2019 is door de rechtbank Rotterdam een vonnis gewezen in een door de Vereniging van Domino’s Pizza Franchisenemers en al haar leden (nagenoeg alle franchisenemers van Domino’s) gestarte

Door Remy Albers|28-01-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |
Ga naar de bovenkant