Faillissement franchisegever
De laatste jaren is het aantal faillissementen als gevolg van de slechte economische situatie aanzienlijk gestegen. Ook franchisegevers dan wel franchisenemers zijn niet behoed gebleven voor de gevolgen van deze financiële achteruitgang. In het onderstaande zal nader worden ingegaan op de situatie dat een franchisegever failliet is verklaard en wat de gevolgen hiervan zijn voor de rechtspositie van de franchisenemer.
Als gevolg van het faillissement van de franchisegever blijft in beginsel de tussen de franchisegever en de franchisenemer gesloten franchise-overeenkomst bestaan en dienen partijen hun verplichtingen voortvloeiende uit deze overeenkomst na te komen. Veelal bevat de franchise-overeenkomst echter een beëindigingclausule voor de situatie dat één van beide partijen failliet wordt verklaard. Hierin is veelal bepaald dat de franchisenemer de franchise-overeenkomst met onmiddellijke ingang kan opzeggen indien de franchisegever failliet is verklaard. De curator van de gefailleerde franchisegever kan overigens eveneens de franchise-overeenkomst opzeggen.
Indien de curator de franchise-overeenkomst beëindigd kan dit eveneens gevolgen hebben voor de tussen de franchisegever en de franchisenemer gesloten (onder)huurovereenkomst. Immers veelal is de franchise-overeenkomst nauw verbonden met een (onder)huurovereenkomst, waarbij de franchisegever als zijnde verhuurder en de franchisenemer als zijnde huurder de overeenkomst zijn aangegaan. Indien de koppeling tussen de franchise-overeenkomst en de (onder)huurovereenkomst correct is tot stand gekomen, zal door opzegging van de franchise-overeenkomst, eveneens de (onder)huurovereenkomst met de franchisenemer worden beëindigd.
De franchisenemer zal alsdan het gehuurde dienen te ontruimen en bezemschoon moeten opleveren. Mogelijk kan echter in overleg met de curator en met instemming van de hoofdverhuurder worden besloten dat de franchisenemer in het gehuurde kan blijven en de franchisevestiging verder kan exploiteren.
Uit het voorgaande blijkt dat het raadzaam is om bij een naderend faillissement van de franchisegever advies in te winnen over de mogelijkheid om de franchiserelatie te beëindigen dan wel de mogelijkheid te bespreken om de franchisevestiging eventueel verder te kunnen exploiteren. Bij tijdig handelen bestaan hiervoor, afhankelijk van de omstandigheden, diverse mogelijkheden.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Kamervragen gesteld over (schijn-)zelfstandigheid franchisenemers” – d.d. 24 juli 2019 – mr. M. Munnik
Over de zogenaamde schijnzelfstandigheid binnen de verhouding tussen franchisegever en franchisenemer zijn onlangs Kamervragen gesteld.
Artikel Franchise+: “Met onze franchiseformule gaat u bergen goud verdienen.” d.d. 10 juli 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Het onderscheid tussen toelaatbare aanprijzingen en misleidende informatie blijft een grijs gebied, ondanks de wetgeving hierover.
Franchisenemer mag assortiment vreemd inkopen na verplichte formulewijziging – 6 juni 2019 – mr. J.A.J. Devilee
De rechtbank Oost-Brabant heeft zich onlangs in kort geding gebogen over een belangwekkende kwestie waarin een franchisenemer geheel onvrijwillig een alternatieve formule opgedrongen heeft gekregen.
Hoe behoud ik mijn vestigingsplaats? – 6 juni 2019 – mr. K. Bastiaans
Voor franchisegevers en franchisenemers is, met name in de detailhandel, de vestigingsplaats van groot belang.
Supermarktbrief – 25
Supermarktnieuwsbrief nr. 25
De toetsingsmaatstaf voor franchiseprognoses – d.d. 29 mei 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Het hof Den Bosch heeft op 19 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1037, de rechtspraak van de Hoge Raad over prognose bij franchising op een rij gezet.