Een bewezen succesformule?

In deze tijden van malaise en voorzichtig herstel knarst en scharniert het natuurlijk ook in de franchisewereld. Naast teloorgang van ketens en reorganisaties biedt het huidige tijdsgewricht echter ook kansen voor nieuwe mogelijkheden. Her en der ontstaan dan ook nieuwe initiatieven, waarvan de meesten dienen te worden toegejuicht. Hierbij worden kansen geboden voor startende franchisenemers. Daarbij dient echter wel tot tien te worden geteld alvorens een nieuw avontuur omarmd wordt.

Voor de nieuwe initiatieven dient immers te gelden dat zij zich reeds in de praktijk bewezen hebben, wezenskenmerk van iedere franchiseformule. De franchisegever dient gedurende een redelijke periode het aangeboden concept met succes te hebben toegepast alvorens een franchise-organisatie te beginnen. De Europese Erecode inzake franchising stelt deze eis dan ook.
Indien er sprake is van een zogeheten pilot-vestiging, dan doet de kandidaat-franchisenemer er verstandig aan om alle relevante informatie te vragen die van belang is. Hierbij valt onder meer te denken aan het verschaffen van beschikbare cijfers. Tevens dient onderzocht te worden of het vermeende succes van de pilot-vestiging wel te dupliceren valt in de locatie van de beoogd franchisenemer.

Hiertoe is een gedegen vestigingsplaatsonderzoek noodzakelijk. Ieder franchisegever dient zich tenminste te committeren aan de uitkomsten van het vestigingsplaatsonderzoek en de daarvan afgeleide financiële prognose voor een reeks van jaren ten bate van de franchisenemer. Daarnaast dienen zaken als een uitgewerkte franchise-overeenkomst, waarin opgenomen een helder overzicht van alle financiële verplichtingen en een voltooid handboek aanwezig te zijn. Een wakkere kandidaat-franchisenemer zal tevens inzicht vragen in de financiële status van de kandidaat-franchisegever. Doorgaans wordt deze niet verstrekt. Toch doet de kandidaat-franchisenemer er verstandig aan binnen de beperkte ruimte die hem in deze doorgaans geboden wordt zich er van te overtuigen dat de kandidaat-franchisegever dusdanig financieel gezond is dat de verplichtingen jegens de franchisenemer duurzaam kunnen worden nagekomen. Tevens dient de eventuele groeistrategie bekend te zijn aan de kandidaat-franchisenemer. Ook hierbij dient te worden afgewogen of de franchisegever deze daadwerkelijk kan waarmaken.

Gesprekken met eventueel reeds aanwezige (nieuwe) franchisenemers kunnen voorts natuurlijk veel nuttige informatie opleveren.
Ook in deze tijden geldt: Bezint eer ge begint.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd”

De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+.

Door Ludwig en van Dam|20-12-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Franchisegever veroordeeld onder de Wet Acquisitiefraude

Voor de eerste keer heeft een rechter onder verwijzing naar de Wet Acquisitiefraude geoordeeld dat, als een franchisenemer stelt dat de franchisegever een ondeugdelijke prognose voorgehouden heeft

Overeenkomsten die samenhangen met de franchiseovereenkomst

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 31 oktober 2017 voor negentien franchisenemers gelijkluidende arresten gewezen (ECLI:NL:GHARL:2017:9453 t/m ECLI:NL:GHARL:2017:9472).

Column Franchise+ – mr. J. Sterk – “Franchisenemer doet bodycheck beter dan franchisecheck”

Een sportschool gaat in zee met een franchiseconcept dat in samenwerking met zorgverzekeraars “Bodychecks” en kortingen aanbiedt aan (potentiële) leden.

Seminar mrs. J. Sterk en M. Munnik – Donderdag 2 november 2017: “Belangrijke juridische ontwikkelingen voor franchisegevers”

Advocaten Jeroen Sterk en Maaike Munnik van Ludwig & Van Dam Advocaten praten u bij over de status van en de ontwikkelingen rondom De Nederlandse Franchise Code en de Wet Acquisitiefraude.

Door Jeroen Sterk|02-11-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Goodwill bij einde franchiseovereenkomst

In een kwestie bij het gerechtshof Amsterdam 26 september 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:3900 (Seal & Go) vorderde een franchisenemer een vergoeding van goodwill (ex artikel 7:308 BW) nadat de

Ga naar de bovenkant