Doorbelasting te hoge kostprijs als verborgen franchise fee

Uit een tussenvonnis van de rechtbank Den Haag van 30 augustus 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:10597 (Happy Nurse) blijkt dat de rechtbank zich gebogen heeft over de vraag of de door de franchisegever aan de franchisenemer doorberekende kostprijs juist was. 

Het franchisesysteem is als volgt. Het personeel dat wordt bemiddeld door de franchisenemers sluit een arbeidsovereenkomst met de franchisegever en wordt door de franchisegever verloond. De franchisegever factureert de inleners voor de gewerkte uren. Na het inhouden van een franchisefee betaalt de franchisegever voorts de van de inleners ontvangen bedragen door aan de franchisenemers.

De franchisenemers stellen zelfstandig het tarief voor het uit te lenen personeel vast. Dit tarief bestaat onder meer uit een kostprijs. De kostprijs dienen de franchisenemers zelf vast te stellen aan de hand van de zogeheten “loonsomkostprijs-omrekeningsfactor”. Deze “loonsomkostprijs-omrekeningsfactor” wordt jaarlijks door de franchisegever vastgesteld. Onder meer dat component blinkt niet uit in transparantie. 

De franchiseovereenkomsten die de franchisegever sluit met de franchisenemers zijn materieel gelijk aan de franchiseovereenkomsten die een andere franchiseorganisatie (Olympia) sloot met haar franchisenemers. In het arrest van het gerechtshof Den Haag 12 januari 2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:256 (J&P Consultants/Olympia) is onder meer bepaald dat, voor zover de door de franchisenemers afgedragen vergoeding voor de kostprijs, achteraf bezien, de werkelijke kostprijs overschrijdt, dit onverschuldigd is betaald (artikel 6:203 lid 2 BW) en dus door de franchisenemer kan worden teruggevorderd. 

De rechtbank volgt dit arrest en oordeelt dat een redelijke uitleg van de franchiseovereenkomst meebrengt dat het ontoelaatbaar is als de franchisegever met het in rekening brengen van een excessieve kostprijs, naast de franchisefee, een tweede, (verborgen) franchisefee heeft gecreëerd. 

Of er daadwerkelijk sprake is van in rekening gebrachte excessieve kostprijs heeft de rechtbank vooralsnog niet kunnen vaststellen en geeft aan voornemens te zijn dit door deskundigen verder te laten beoordelen. 

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Franchisegever verbiedt opening (franchise)onderneming

Een franchisegever vorderde in kort geding om een franchisenemer te verbieden om de onderneming van een franchisenemer te openen.

Column Snackkoerier nr. 8: “Met 7 stappen voldoe je aan de privacywet”

Over de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is al veel geschreven. De wet is sinds 25 mei van toepassing, maar veel ondernemingen hebben hun privacybeleid nog (lang) niet op orde.

Gedwongen naar een andere franchiseformule op het bestaande vestigingspunt?

Als een franchiseformule ophoudt te bestaan, bijvoorbeeld als deze ingelijfd wordt bij een andere organisatie, dan kan de vraag zijn of de franchisenemer dan ook verplicht is zich te laten inlijven in

Column Franchise+ – 50 procent meer rechtzaken in franchise

Uit de door Ludwig & Van Dam advocaten gepubliceerde Juridische Franchisestatistiek 2018 blijkt dat er toename is van 50% in het aantal uitspraken in rechtszaken dat in 2017 is gedaan ten opzichte van

Door Theodoor Ludwig|31-05-2018|Categorieën: Franchise statistieken, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Het voornemen tot franchisewetgeving nader beschouwd

Op 23 mei jl. informeerde Staatssecretaris, Mona Keijzer, de Tweede Kamer over de op handen zijnde franchisewetgeving. De Nationale Franchise Gids publiceerde daarover al eerder dit bericht.

Door Jeroen Sterk|28-05-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |
Ga naar de bovenkant