Distributieovereenkomst of agentuurovereenkomst: zoek de verschillen

Door Gepubliceerd Op: 21-02-2012Categorieën: Uitspraken & actualiteitenLabel: ,

Rechtbank Den Haag

Onlangs is door de rechtbank te Den Haag uitspraak gedaan of er sprake was van een distributieovereenkomst (dit kan bijvoorbeeld een franchiseovereenkomst zijn) of een agentuurovereenkomst. Het onderscheid tussen een distributieovereenkomst (franchiseovereenkomst en een agentuurovereenkomst) is naar Nederlands recht vooral hierin gelegen dat een agent puur in opdracht van zijn principaal (opdrachtgever) bemiddeld bij de totstandkoming van de overeenkomsten tussen de principaal en de klant, terwijl een distributeur (franchisenemer) daarentegen op eigen naam en voor eigen rekening en risico producten inkoopt en vervolgens doorverkoopt. 

Het onderscheid is van groot belang in verband met tal van wettelijke verplichtingen die voor een agent gelden, daar waar die voor een distributeur (franchisenemer) niet zonder meer gelden, tenzij franchisenemer en franchisegever dit in hun franchiseovereenkomst hebben geregeld. Indien er sprake is van bemiddeling tussen de agent (dit kan tevens een franchisenemer zijn) en, zoals hierboven gesteld de principaal (opdrachtgever, het bedrijf in kwestie) en de consument, is er onder omstandigheden tevens sprake van aanspraak op wettelijke goodwill bij beëindiging van de overeenkomst tussen de agent en de principaal. Dit is fundamenteel anders bij een distributieovereenkomst, waar dit wettelijk recht ontbreekt. Bij beëindiging van de distributieovereenkomst of agentuurovereenkomst ontstaan dus andere rechten en verplichtingen voor partijen. Overigens blijkt in de praktijk dat de stelsels ook samen kunnen gaan. Er is dan bijvoorbeeld sprake van een franchiseovereenkomst met agentuurelementen of andersom. Dit is zeer wel mogelijk, waarbij door franchisenemer / agent en franchisegever / principaal wel diverse keuzes dienen te maken met betrekking tot hun contractsmogelijkheden. De keuzes worden daarbij beperkt, aangezien op grond van de wet niet alle agentuurbepalingen terzijde kunnen worden geschoven, zo dit al wenselijk zou zijn. In deze zaak oordeelde de rechtbank dat er sprake was van een distributieovereenkomst, hetgeen diverse consequenties kan hebben voor partijen bij eventuele afwikkeling van hun relatie op termijn.

Mr Th.R. Ludwig  – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar ludwig@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Vergissing of misleiding bij het sluiten van de franchiseovereenkomst

Een franchisenemer die na het sluiten van een franchiseovereenkomst spijt krijgt, kan van mening zijn dat hij voor of bij het sluiten van de franchiseovereenkomst door de franchisegever ...

De door de franchisegever voorgeschreven leverancier presteert niet? Wat nu?

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde op 20 februari 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:727, over de vraag wie moet bewijzen dat de franchisenemer op het verkeerde been gezet is bij het aangaan van de

Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst

In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.

Ga naar de bovenkant