De positie van franchisenemer met betrekking tot prognoses in de precontractuele fase
De rechtbank heeft enige tijd geleden geoordeeld dat aan een kandidaat-franchisenemer essentiële informatie in de precontractuele fase is onthouden. Uiteindelijk ontbindt de franchisenemer de voorovereenkomst gerechtvaardigd en wordt de franchisegever veroordeeld tot vergoeding van schade.
Franchisegever en franchisenemer hebben gezamenlijk een businessplan opgesteld, waarbij het accountantskantoor van de franchisegever tevens een financiële prognose heeft gemaakt. Op enig moment verzoekt de franchisenemer aan franchisegever om de onderliggende stukken die ten grondslag hebben gelegen aan het businessplan, nadat de aanvankelijke extern financier van de franchiseorganisatie zich heeft teruggetrokken, de franchisenemer wil meer weten. Franchisegever verschaft deze stukken echter niet met als argument dat het businessplan als zodanig toereikend zou zijn en dat de onderliggende stukken bedrijfsgevoelige informatie zou bevatten die niet ter beschikking kan worden gesteld. De kandidaat-franchisenemer verliest langzaam maar zeker zijn vertrouwen in de franchisegever, ontbindt uiteindelijk de voorovereenkomst en vordert schade van de franchisegever.
De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat de franchisegever wel degelijk verplicht was om niet alleen het businessplan, maar ook de onderliggende stukken te verschaffen aan de kandidaat-franchisenemer en dat het enkel laten inzien van een deel van deze stukken onvoldoende is. Het belang hiervan voor de kandidaat-franchisenemer is alleen maar groter geworden nadat de aanvankelijke extern financierende partij zich had teruggetrokken. Door deze gang van zaken heeft de kandidaat-franchisenemer schade geleden en dient franchisegever de franchisenemer financieel te compenseren.
De uitspraak van de rechtbank laat maar weer eens zien dat nooit te lichtvaardig mag worden gedacht over het hanteren van financiële prognoses. Indien een franchisenemer achterliggende informatie wenst, dient deze te worden verstrekt. Overigens is het van belang dat alle relevante informatie in de precontractuele fase door de franchisegever aan de franchisenemer wordt verstrekt en derhalve niet alleen achterliggende stukken bij een financiële prognose. Het behoort tot de zorgplicht van de franchisegever de kandidaat-franchisenemer zorgvuldig en volledig te informeren en hem maximaal te begeleiden in deze fase.
Relevant in deze uitspraak is voorts dat de werkzaamheden van de extern accountant rechtstreeks aan de franchisegever worden toegerekend, ook indien er sprake is van een rechtstreekse rechtsverhouding tussen de kandidaat-franchisenemer en die externe accountant. Ook dit laat zien dat de franchisegever een heel duidelijke en vergaande zorgplicht heeft in de precontractuele fase, waar het financiële prognoses ten bate van de kandidaat-franchisenemer betreft. Indien de franchisegever in die fase nalatig is, bijvoorbeeld, zoals deze zaak leert, door het niet verstrekken van achterliggende informatie, kan dit leiden tot aansprakelijkheid van die franchisegever en schadevergoeding aan de franchisenemer.
Mr Th.R. Ludwig – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies Wilt u reageren? Mail naar info@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Als je franchisegever je concurrent is
Franchising beoogt samenwerking. De franchisegever behoort de franchisenemer bij te staan in het bereiken van wederzijdse profijtelijkheid met de exploitatie van de formule. Soms raakt dit uit balans.
Voorkeursrecht van koop in huurovereenkomst gaat niet op – 7 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn
Voorkeursrecht van koop in huurovereenkomst gaat niet op
Mr. Dolphijn schrijft hoofdstuk Franchising in Leidraad voor de Accountant
Mr. Dolphijn schrijft hoofdstuk Franchising in Leidraad voor de Accountant
Distrifood: Ludwig & Van Dam Advocaten begeleidt Emté-franchisenemers bij formulekeuze
Distrifood: Ludwig & Van Dam Advocaten begeleidt Emté-franchisenemers bij formulekeuze
Overgang van onderneming bij ‘preferred supplier’ van franchisenemers
Het gerechtshof Amsterdam heeft in kort geding op 13 juni 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2144, geoordeeld over de vraag of werknemers van een door de franchisegever aangewezen ‘preferred supplier’ van de
Te late mededeling dat geen franchiseovereenkomst gesloten zal worden
Het gerechtshof Amsterdam-Leeuwarden heeft op 11 april 2017, EQLI:NL:GHARL:2017:3104 niet alleen de vraag beoordeeld of het afbreken van de onderhandelingen over een te sluiten franchiseovereenkomst