De Hoge Raad stelt zware eisen aan franchiseprognoses

Een uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag jl. werpt nieuw ligt op het verstrekken van winst- en omzetprognoses aan aspirant-franchisenemers. 

Wanneer is een franchisegever aansprakelijk voor een verkeerde prognose? Meer dan 15 jaar geleden gaf de Hoge Raad aan dat de franchisegever onrechtmatig handelt als hij een prognose verschaft waarvan hij weet dat deze ernstige fouten bevat en hij die fouten verzwijgt. Sindsdien is in lagere rechtspraak wel geoordeeld dat de franchisegever pas onrechtmatig handelt, als de franchisegever welbewust in een onjuiste veronderstelling heeft gebracht en gelaten. 

Op 24 februari 2017 heeft de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2017:311) aangegeven dat een franchisegever ook onrechtmatig kan handelen als de prognose fouten bevat, zonder dat de franchisegever van die fouten afweet. Dit is dus een lagere norm. 

Alleen als een franchisegever de prognose door een externe partij laat opstellen, geldt de zwaardere norm van welbewustheid. In dat geval mag de franchisegever in de regel namelijk (ook) op de juistheid van de door de derde opgestelde prognose vertrouwen. De franchisegever handelt pas dan onrechtmatig als hij van fouten in de prognose afweet, maar dit verzwijgt aan de aspirant-franchisenemer. 

Franchisegevers zullen (nog meer) op hun hoede moeten zijn voor fouten in prognoses die aan aspirant franchisenemers verschaft worden. Franchisenemers worden naast de Nederlandse Franchise Code en de Wet Acquisitiefraude, ook door de Hoge Raad gesteund om hun recht te halen. 

mr. J. Sterk en mr. A.W. Dolphijn 

Ludwig & Van Dam advocaten

Andere berichten

Als je franchisegever je concurrent is

Franchising beoogt samenwerking. De franchisegever behoort de franchisenemer bij te staan in het bereiken van wederzijdse profijtelijkheid met de exploitatie van de formule. Soms raakt dit uit balans.

Door Alex Dolphijn|18-09-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Mededinging, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Voorkeursrecht van koop in huurovereenkomst gaat niet op – 7 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn

Voorkeursrecht van koop in huurovereenkomst gaat niet op

Overgang van onderneming bij ‘preferred supplier’ van franchisenemers

Het gerechtshof Amsterdam heeft in kort geding op 13 juni 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:2144, geoordeeld over de vraag of werknemers van een door de franchisegever aangewezen ‘preferred supplier’ van de

Te late mededeling dat geen franchiseovereenkomst gesloten zal worden

Het gerechtshof Amsterdam-Leeuwarden heeft op 11 april 2017, EQLI:NL:GHARL:2017:3104 niet alleen de vraag beoordeeld of het afbreken van de onderhandelingen over een te sluiten franchiseovereenkomst

Ga naar de bovenkant