De hardheid van een concurrentiebeding in faillissement
De meeste franchise-overeenkomsten bevatten post-contractuele concurrentiebedingen, inhoudende dat de voormalig franchisenemer niet actief mag zijn in de branche waarin hij werkzaam is, al dan niet beperkt tot de voormalige locatie, het exclusieve gebied, of nog ruimere aanduiding. Werkt dit beding nu ook indien de franchisegever failliet gaat?
Bij een faillissement van de franchisegever treedt de curator in de rechten van de voormalig franchisegever. De curator behartigt de belangen van iedereen die betrokken is bij het faillissement, waaronder de schuldeisers. In zijn hoedanigheid is de curator gerechtigd nakoming te vorderen van het post-contractuele beding van non-concurrentie. Anders dan vaak gedacht wordt, wordt de franchisenemer dus niet ontslagen uit zijn non-concurrentiebedingverplichtingen op grond van het feit dat de franchisegever failliet is gegaan.
Een faillissement ontstaat echter niet zomaar. Niet zelden zijn de gedragingen van de franchisegever relevant voor de oorzaak van het faillissement. Is dat het geval, dan lijden de franchisenemers schade die in beginsel toe te rekenen valt aan de franchisegever. Deze lijn kan dan worden doorgetrokken naar de curator. De franchisenemers kunnen de curator dus aanspreken met betrekking tot de geleden schade. Voor het succesvol aanspreken van de curator is dan wel een belangrijke voorwaarde dat de boedel het nodige verhaal biedt. Dat is lang niet altijd het geval. Het is echter voor franchisenemers wel degelijk mogelijk het nodige tegenover het inroepen van het non-concurrentiebeding door de curator te stellen. In de praktijk leidt dit meestal tot overleg tussen de curator en de franchisenemers waarbij een voor alle partijen bevredigende regeling wordt getroffen. Alhoewel, een bevredigende regeling wordt bij een faillissement nooit echt gerealiseerd. Voor alle partijen is schade ontstaan, en meestal zit er weinig anders op dan de negatieve gevolgen zo veel mogelijk te beperken. Alerte franchisenemers doen er dan ook verstandig aan bij een naderend faillissement de juiste stappen te zetten, zoals eerder in deze rubriek is geschetst.
Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies
Andere berichten
Leveringsstop van franchisegever niet toegestaan
Op 9 februari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2017:1372, geoordeeld dat een franchisegever haar verplichting tot belevering van de franchisenemer niet
Alex Dolphijn in het Financiële Dagblad over het arrest van de Hoge Raad inzake Street-One
Franchisegevers eerder aansprakelijk bij foute prognoses Franchisenemers kunnen hun moederorganisatie voortaan makkelijker aansprakelijk stellen voor ondeugdelijke winst en omzetprognoses.
Supermarktbrief – 17
Hoge Raad: Sneller aansprakelijk bij prognoses
Artikel in Entree: “Kleine lettertjes”
“Als ik zaken doe met een leverancier, lees ik nooit de kleine lettertjes. Laatst viel mij op dat er allerlei dingen in staan waar ik het eigenlijk niet mee eens ben.
Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Leveringsstop door franchisegever wederom niet toegestaan”
Opnieuw heeft de president in kort geding zich uitgelaten over de vraag of een leveringsstop van een franchisegever jegens de franchisenemer was toegestaan, waarbij de franchisenemer een forse
De bedrijfsleider (werknemer) die franchisenemer wordt – fictieve dienstbetrekking?
Op 14 december 2016 heeft de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2016:11031 (Werkneemster/Espresso Lounge) zich gebogen over de situatie waarbij een werkneemster een