De franchisenemer als zwakkere partij

Is de verhouding tussen een leverancier en een distributeur vergelijkbaar met de verhouding tussen een franchisegever en franchisenemer? De rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2022:11463, deed 28 december 2022 hier een uitspraak over.

De kwestie betrof een overeenkomst tot het distribueren producten voor de bouw. Deze producten waren door de eisende partij ontwikkeld. De gedaagde wilde de producten distribueren. Daartoe sloten partijen een distributieovereenkomst.

De resultaten van de samenwerking vielen echter tegen. De leverancier eiste nakoming van de distributieovereenkomst. De distributeur verweerde zich door een vergelijking te maken met de bescherming die een franchisenemer als “zwakkere partij” heeft bij ondeugdelijke prognoses. De distributeur stelde namelijk de overeenkomst te zijn aangegaan op basis van onjuiste veronderstellingen van zaken en dat de leverancier haar precontractuele informatieplicht geschonden had. De distributeur zou hebben gedwaald. De rechtbank volgde de redenering van de distributeur niet.

De vergelijking die de distributeur maakt, met franchiseovereenkomsten en de jurisprudentie over onjuiste prognoses bij het sluiten van een dergelijke overeenkomst, gaat niet op. Bij franchiseovereenkomsten is de franchisenemer over het algemeen de zwakkere partij, die bij het aangaan van de franchiseovereenkomst weinig mogelijkheden heeft om de door franchisegever verstrekte informatie over de franchiseformule te (doen) controleren. In de onderhavige situatie is gedaagde veeleer de sterkere partij die zonder meer over de mogelijkheid beschikte om gedegen onderzoek te verrichten naar de gestelde potentie van het product. Reeds om die reden zijn de situaties volstrekt niet vergelijkbaar.

De rechtbank bevestigt dat de franchisenemer in verhouding tot de franchisegever als relatief “zwakkere partij” is aan te merken. Uit de wetsgeschiedenis blijkt eveneens dat de franchiserelatie in zekere zin intrinsiek ongelijkwaardig is. Hiervan is geen sprake bij de verhouding tussen de leverancier en de distributeur, aldus de rechtbank. Daarmee wordt het onderscheidende belang van de franchiseovereenkomst onderstreept.

mr. A.W. Dolphijn
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Concurrentieverbod in de franchiseovereenkomst ontduiken – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 10 november 2020

Een concurrentieverbod in een franchiseovereenkomst wordt door franchisenemers vaak als bezwaarlijk ervaren, temeer als het concurrentieverbod ook geldt na afloop van de franchiseovereenkomst.

Artikel Franchise+ – “Hoe kom ik van mijn schulden af: Ook voor franchisenemers en franchisegevers” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 20 oktober 2020

Ook voor franchisenemers en franchisegevers die in financieel zwaar weer verkeren, kan een reorganisatie noodzakelijk zijn om te kunnen blijven voortbestaan.

Door Alex Dolphijn|20-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Verplichting tot herinvesteringen voor franchisenemers kent grenzen” – d.d. 13 oktober 2020 – mr. R.C.W.L. Albers

In de praktijk komt het geregeld voor dat franchisegevers ervoor kiezen om hun franchiseformule en de daarbij passende uitstraling te vernieuwen

Rechter anticipeert op Wet franchise: geen verplichte formulewijziging (zonder drempelwaarde)

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat een franchisenemer van Blokker niet verplicht is tot vernieuwing van de winkel volgens de nieuwste formule-uitgangspunten, zoals door Blokker opgedragen is.

Door Alex Dolphijn|05-10-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Interview mr. J. Sterk en mr. C. Rutten in Franchise+: “Oproep aan automotive sector: bereid je goed voor op nieuwe Wet franchise” d.d. 2 oktober 2020

De nieuwe Wet Franchise heeft een brede uitwerking, ook in de automotive sector. Maar of men zich er daar voldoende van bewust is?

Artikel De Nationale Franchise Gids – “Coronakorting van 50% op de huur” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 15 september 2020

Tegenvallende omzetten in verband met de coronacrisis kunnen betekenen dat de huurprijs gehalveerd wordt, ook als er sprake is van een deels omzetgerelateerde huur.

Door Alex Dolphijn|15-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant