De franchiseformule als bestemming van het gehuurde

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde recent over de vraag of een huurovereenkomst ontbonden kan worden en het gehuurde ontruimd diende te worden, omdat de hurende franchisenemer in strijd handelde met de bestemmingsclausule in de huurovereenkomst. Die clausule schreef gebruik van het gehuurde volgens de franchiseformule voor. Zie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2013:4913&keyword=franchise

De huurder, tevens franchisenemer, verweerde zich tegen de vorderingen, onder meer met de stelling dat de formule in praktijk sterk afweek van hetgeen destijds schriftelijk afgesproken was.

Het gerechtshof stelt vast dat een franchiseformule doorgaans aan ontwikkeling onderhevig is, en dat dit in onderhavige geval temeer geldt, nu de huurder de eerste en enige franchisenemer van de formule is. Tevens is in de franchiseovereenkomst opgenomen dat de franchisenemer verplicht is mee te werken aan de doorontwikkeling van de formule. Het gerechtshof oordeelde dat aan de franchisenemer kan worden tegengeworpen dat hij de bestemmingsclausule in de huurovereenkomst schond, doordat hij niet voldeed aan de wezenskenmerken van de formule.

Uit deze uitspraak volgt dat franchisenemers waakzaam dienen te zijn bij de interpretatie van de franchiseformule, zeker als de formule relatief nieuw is en sterk in ontwikkeling is. Franchisegevers doen er goed aan in de huurovereenkomst te clausuleren dat de huurder verplicht is de formule te gebruiken, alsmede dat de huurder gehouden is mee te werken aan de doorontwikkeling van de formule.

  

Mr A.W. Dolphijn  – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl 

Andere berichten

Vergoeding reputatieschade aan franchisegever

Een ontwikkelaar van een digitaal platform voor een franchisegever had een platform geleverd waartoe elke derde zich toegang kon verschaffen.

Verkoop franchise-onderneming vanwege concurrentiebeding: Schijnconstructie of niet?

Franchisenemers die niet door willen of kunnen met de franchise-onderneming ervaren het al dan niet geldige concurrentiebeding als blok aan het been

Verboden franchiseovereenkomsten: gedragingen van franchisenemers onderling

Vormen van franchising waarbij geen sprake is van een verticale verhouding tussen enerzijds de franchisegever en anderzijds de franchisenemers kunnen verboden zijn.

Een nieuwe franchisegever tegen wil en dank

Fusies tussen franchiseorganisaties zijn allang geen uitzondering meer. Multivlaai/Limburgia, DA/DIO, Emté/Jumbo zijn daar recente voorbeelden van.

Hoge Raad: Erecode inzake franchising geen rechtskracht – d.d. 25 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn

Hoge Raad: Erecode inzake franchising geen rechtskracht

Ga naar de bovenkant