De franchiseformule als bestemming van het gehuurde

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde recent over de vraag of een huurovereenkomst ontbonden kan worden en het gehuurde ontruimd diende te worden, omdat de hurende franchisenemer in strijd handelde met de bestemmingsclausule in de huurovereenkomst. Die clausule schreef gebruik van het gehuurde volgens de franchiseformule voor. Zie: http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2013:4913&keyword=franchise

De huurder, tevens franchisenemer, verweerde zich tegen de vorderingen, onder meer met de stelling dat de formule in praktijk sterk afweek van hetgeen destijds schriftelijk afgesproken was.

Het gerechtshof stelt vast dat een franchiseformule doorgaans aan ontwikkeling onderhevig is, en dat dit in onderhavige geval temeer geldt, nu de huurder de eerste en enige franchisenemer van de formule is. Tevens is in de franchiseovereenkomst opgenomen dat de franchisenemer verplicht is mee te werken aan de doorontwikkeling van de formule. Het gerechtshof oordeelde dat aan de franchisenemer kan worden tegengeworpen dat hij de bestemmingsclausule in de huurovereenkomst schond, doordat hij niet voldeed aan de wezenskenmerken van de formule.

Uit deze uitspraak volgt dat franchisenemers waakzaam dienen te zijn bij de interpretatie van de franchiseformule, zeker als de formule relatief nieuw is en sterk in ontwikkeling is. Franchisegevers doen er goed aan in de huurovereenkomst te clausuleren dat de huurder verplicht is de formule te gebruiken, alsmede dat de huurder gehouden is mee te werken aan de doorontwikkeling van de formule.

  

Mr A.W. Dolphijn  – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl 

Andere berichten

De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers – Contracteren 2019, nr. 1

Een bijdrage over veelvoorkomende bepalingen in franchiseovereenkomsten waarbij is bepaald dat een franchisenemer verplicht lid is van een franchisenemersvereniging.

Misleiding bij de werving van een franchisenemer?

Een uitspraak over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had.

Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik

Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan...

De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)

Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.

Door Alex Dolphijn|26-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan

De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan

Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.

Door Alex Dolphijn|12-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, label11, Supermarkten, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |
Ga naar de bovenkant