Controle en begeleiding

Met enige regelmaat komen in de praktijk situaties voor waarin een franchisenemer, zoals dat zo mooi heet, om hem moverende redenen ophoudt met het betalen van franchisefee, leveranties en soms zelfs ook huur aan zijn franchisegever. Dat kan geschieden in de vorm van het domweg niet meer betalen van facturen binnen de daarvoor gestelde termijnen, doch ook door het uitvoeren van zogenaamde storneringen in geval van automatische betalingsregelingen.

Natuurlijk kan een franchisenemer goede gronden hebben om een keer een betaling wat later te verrichten. Voorts kunnen er natuurlijk goede gronden zijn om een betaling niet te verrichten, bijvoorbeeld wanneer een leverantie niet of foutief is uitgeleverd. De betrokken franchisenemer dient de franchisegever daaromtrent alsdan dan wel tijdig schriftelijk te informeren en aan te kondigen dat hij zijn betaling opschort, onder aanvoering van de redenen daartoe. Non-betaling kan echter ook een sterk waarschuwingssignaal zijn, zeker wanneer dat structurele vormen aanneemt.

Franchisenemers gebruiken het instrument van non-betaling soms als uiting van ontevredenheid over de formule. Een en ander kan ook een indicatie zijn van bedrijfsmoeilijkheden. Wat ook al de reden is, het is in zijn algemeenheid zaak het betalingsgedrag van franchisenemers continue te volgen en, doen zich problemen voor, in een zo vroeg mogelijk stadium daarop actie te ondernemen. In de praktijk komt het nog al eens voor dat franchisenemers hun franchisegever als ware als bank gaan zien en vervolgens al hun financiële verplichtingen nakomen, behalve die aan de franchisegever. Alras ontstaat dan een onoplosbare situatie die uiteindelijk, zeker wanneer het tot een ontbinding van de franchise-overeenkomst komt, tot forse afschrijvingen van de zijde van de franchisegever leidt. Van een kale kip is het immers moeilijk plukken. Hoe hoger de schulden oplopen, hoe moeilijker die situatie later nog is te redresseren.

Het advies is dan ook, nogmaals, het betalingsgedrag van franchisenemers scherp in de gaten te houden en direct op te treden wanneer zich daarin onregelmatigheden voordoen.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Rechter: Bescherm franchisenemer tegen supermarktorganisatie (Coop) als verhuurder

Behoeft de franchisenemer wettelijke bescherming tegen supermarktfranchisegever Coop? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 9 februari 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:1151, dat dit het geval is.

Acquisitiefraude vs. dwaling bij franchiseprognoses

Wie moet bewijzen dat de prognose van de franchisegever ondeugdelijk is? In beginsel is dat de franchisenemer. Als de franchisenemer een beroep doet op de Wet Acquisitiefraude, dan kan het zijn dat

Terugverkoopplicht bij einde franchiseovereenkomst

In franchiseovereenkomsten is soms bepaald dat de franchisenemer verplicht is om aangekochte activa bij het einde van de franchiseovereenkomst terug te verkopen.

Positie franchisenemers bij herstructurering franchisegever

Franchisenemers dienen door de franchisegever vooraf adequaat en ruimhartig geïnformeerd te worden over de inhoud en consequenties van (nadere) afspraken...

Interview Franchise+ – mrs. J. Sterk en A.W. Dolphijn – “Omkering bewijslast bij prognoses door rechter gehonoreerd” – februari 2018

De nieuwe Wet Acquisitiefraude blijkt inderdaad relevant voor de franchisebranche, blijkt uit dit artikel uit Franchise+. Alex Dolphijn van Ludwig & Van Dam staat een franchisenemer bij in een

Door Ludwig en van Dam|01-02-2018|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |
Ga naar de bovenkant