Contractuele vereisten voor ontbinding niet in acht genomen? Geen rechtsgeldige ontbinding van de franchiseovereenkomst – d.d. 23 juli 2020 – mr. C. Damen
Mag een franchisegever de franchiseovereenkomst ontbinden wanneer zij haar eigen contractuele voorschriften niet in acht heeft genomen? Onlangs oordeelde de rechtbank in eerste aanleg dat geen sprake was van een rechtsgeldige ontbinding van de franchiseovereenkomst als gevolg daarvan.
Na een succesvolle samenwerkingsperiode tussen franchisegever en franchisenemer zijn scheuren in de relatie tussen partijen ontstaan. De franchisenemer maakt plannen voor een overname van een onderneming, waarvan de franchisegever meent dat deze strijdig is met een contractueel overeengekomen concurrentiebeding. De franchisegever ontbindt vervolgens de franchiseovereenkomst en stopt ten aanzien van de franchisenemer met de formule. De franchisenemer ontbindt vervolgens zijnerzijds de franchiseovereenkomst omdat de franchisegever tekort geschoten zou zijn. Beide partijen stellen op goede gronden de franchiseovereenkomst te hebben ontbonden en vorderen schade van elkaar. Wie krijgt nu van de rechter gelijk en waarom?
De rechter volgt de visie van de franchisegever niet. In de nakoming van de franchiseovereenkomst zou de franchisegever zelf enkele contractuele afspraken niet zijn nagekomen. Deze afspraken hebben betrekking op het bestendigen van de samenwerkingsvorm, de ontwikkeling van de formule en het bevorderen van gezamenlijke groei. In de onderhavige kwestie bevat de franchiseovereenkomst een verplichting voor de franchisegever
om de franchisenemer bij aangetekend schrijven te informeren over welke maatregelen genomen dienen te worden om de exploitatie weer in overeenstemming te brengen met de franchiseovereenkomst. De rechter is echter van mening dat de franchisegever deze bepaling ten onrechte niet in acht heeft genomen bij de ontbinding van de franchiseovereenkomst. Omdat de franchisegever de door haarzelf voorgeschreven regels over ontbinding niet in acht genomen heeft, is de ontbinding ongeldig en stopte de franchisegever ten onrechte met de nakoming van de franchiseovereenkomst.
De franchisegever wordt veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan de franchisenemer als gevolg van de niet-rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding van de franchiseovereenkomst.
Het is sterk afhankelijk van de omstandigheden of en hoe een franchiseovereenkomst rechtsgeldig ontbonden kan worden en welke vereisten daarbij gelden. In deze uitspraak is echter wel weer eens bevestigd dat hoe dan ook leidend daarbij is wat partijen met elkaar (in de overeenkomst) hebben afgesproken.
Mr. C. Damen – franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Ga naar damen@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Failliet doordat franchisegever verkoop franchiseonderneming weigerde – d.d. 28 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De rechtbank Den Haag heeft een verzoek behandeld van een franchisegever om een franchisenemer failliet te verklaren.
Ludwig & Van Dam advocaten dagvaarden Sandd en PostNL namens de franchisenemers van Sandd – d.d. 9 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) heeft Sandd en PostNL vandaag gedagvaard voor de rechtbank in Arnhem. De VFS meent dat Sandd en PostNL de franchisenemers keihard laten vallen.
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Waarom hoofdelijke aansprakelijkheid bv naast privé?” – d.d. 7 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Van franchisenemers wordt vaak gevraagd de franchiseovereenkomst mede te ondertekenen, naast hun franchise bv. Soms weigeren franchisenemers dat en wordt de franchiseovereenkomst niet getekend.
Ludwig & Van Dam Advocaten staat franchisenemers Sandd bij: Franchisenemers Sandd vechten postmonopolie aan voor de rechter – d.d. 12 november 2019 – mr. A.W. Dolphijn
De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) vecht bij de rechtbank in Rotterdam het besluit aan van staatssecretaris Mona Keijzer om de postfusie tussen PostNL en Sandd goed te keuren.
Franchisenemer klem door concurrentiebeding? – d.d. 21 oktober 2019 – mr. A.W. Dolphijn
De rechtbank Oost-Brabant heeft beslist dat een franchisenemer bij tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst toch gehouden was aan het opgenomen concurrentieverbod.
Supermarktbrief – 26
Supermarktnieuwsbrief nr. 26