Continuering exploitatie, ondanks forse achterstand franchisefee?
Kan de franchisenemer door blijven gaan met exploiteren, ondanks een forse betalingsachterstand van franchisefee? De rechtbank Rotterdam oordeelde op 29 april 2014 (ECLI:NL:RBROT:2014:4701) in kort geding over deze vraag.
IPIC verhuurt als franchisegever een IMO-autowasstraat ter exploitatie een franchisenemer. De franchisenemer heeft meer dan een ton aan verschuldigde franchisevergoeding onbetaald gelaten. Na ingebrekestelling ontbindt IPIC buitengerechtelijk de franchiseovereenkomst, vervangt de sloten tot de autowasstraat en maakt de autowasstraat onbruikbaar voor de franchisenemer.
De franchisenemer vordert in kort geding de autowasstraat weer ter vrije beschikking te krijgen. Als tegenvordering vordert de franchisegever – onder meer – voor zover vereist, de franchisenemer te verplichten het gehuurde te ontruimen en ontruimd te houden.
De voorzieningenrechter oordeelt dat, nu de franchiseovereenkomst (deels) mede te kwalificeren is als de huur van bedrijfsruimte, de franchisegever de huurovereenkomst niet buitengerechtelijk kan ontbinden. Alleen de rechter kan een huurovereenkomst bedrijfsruimte ontbinden (artikel 7:231 lid 1 BW). De rechter wijst de vordering tot weder terbeschikkingstelling van de autowasstraat aan de franchisenemer toe. In dat verband wordt ook de tegenvordering van de franchisegever tot ontruiming van het gehuurde afgewezen.
De juridische kwalificatie van een franchiseovereenkomst blijft soms lastig als er sprake is van ook het gebruik van een onroerende zaak. Als het gebruik van de onroerende zaak te kwalificeren is als een bedrijfsruimte en er staat hier enigerlei wijze van vergoeding tegenover, dan prevaleren al heel snel de wettelijke beschermingsregels ten behoeve van de huurder van een bedrijfsruimte. Een belangrijke beschermingsregel is dat de verhuurde niet zonder de rechter of zonder de medewerking van de huurder de huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte tussentijds kan beëindigen. Een voorafgaande juridische analyse van de franchiseovereenkomst en de relevante omstandigheden, kan uitkomst bieden ter voorkoming van onzekerheden.
Mr A.W. Dolphijn – Franchise advocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten,franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Verkoop franchise-onderneming vanwege concurrentiebeding: Schijnconstructie of niet?
Franchisenemers die niet door willen of kunnen met de franchise-onderneming ervaren het al dan niet geldige concurrentiebeding als blok aan het been
Verboden franchiseovereenkomsten: gedragingen van franchisenemers onderling
Vormen van franchising waarbij geen sprake is van een verticale verhouding tussen enerzijds de franchisegever en anderzijds de franchisenemers kunnen verboden zijn.
Formulewijziging niet gerechtvaardigd- d.d. 23 oktober 2018 – mr. A.W. Dolphijn
Formulewijziging niet gerechtvaardigd
Een nieuwe franchisegever tegen wil en dank
Fusies tussen franchiseorganisaties zijn allang geen uitzondering meer. Multivlaai/Limburgia, DA/DIO, Emté/Jumbo zijn daar recente voorbeelden van.
Hoge Raad: Erecode inzake franchising geen rechtskracht – d.d. 25 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn
Hoge Raad: Erecode inzake franchising geen rechtskracht
Franchisegever belemmert ten onrechte internetverkopen door franchisenemer – d.d. 19 september 2018 – mr. A.W. Dolphijn
Franchisegever belemmert ten onrechte internetverkopen door franchisenemer