Consumentenbescherming van toepassing voor franchisenemer
De consument geniet op basis van het Burgerlijk Wetboek een ruime bescherming. Alhoewel binnen het algemeen contractenrecht de contractsvrijheid vooropstaat, wordt deze vrijheid ten aanzien van de consument wettelijk beperkt. De reden hiervoor is dat de consument tegenover een zakelijk partij wordt gezien als de relatief zwakkere partij. In de verhouding tussen franchisegever en franchisenemer wordt de franchisenemer in voorkomende gevallen eveneens gezien als de relatief ‘zwakkere’ partij waardoor ook voor de franchisenemer de wettelijke bescherming van de consument geldt.
Klik hier voor het gehele artikel.
Mr. M. Munnik – franchiseadvocaat.
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Verwerving supermarktlocatie door opzegging huurovereenkomst ten koste van zittende huurder mag van Hoge Raad
Op 25 april 2014 heeft de Hoge Raad ten tweede male bevestigd dat de wachttijd van drie jaar bij opzegging van de huurovereenkomst winkelruimte wegens dringend eigen gebruik na koop van het onroerend
Eenzijdige collectieve fee-verhoging door franchisegever ongeoorloofd
In een belangwekkende uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 23 april 2014, lag de vraag voor of een franchisegever een verhoging van een bijdrage mocht doorvoeren.
Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN) voert nader overleg met de Minister
Op 16 april 2014 heeft het al aangekondigde gesprek tussen de Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN), en het Ministerie van Economische Zaken plaatsgevonden.
Exoneratie zorgplicht bij prognose franchisegever
In een uitspraak van de rechtbank Overijssel van 9 april 2014, kwam de interessante vraag aan de orde of een samenwerking als franchise gekwalificeerd diende te worden.
Concurrentiebeding sneuvelt in kort geding
Onlangs oordeelde de voorzieningenrechter te Rotterdam dat een franchisenemer niet gehouden was aan het in de franchiseovereenkomst opgenomen concurrentiebeding.
Voorschot op schadevergoeding na ondeugdelijke prognose
In een fraai gemotiveerd kort gedingvonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 9 april 2014 was aan de orde de vraag of een voorschot betaald diende te worden op de schadestaatprocedure.