Consumentenbescherming van toepassing voor franchisenemer

De consument geniet op basis van het Burgerlijk Wetboek een ruime bescherming. Alhoewel binnen het algemeen contractenrecht de contractsvrijheid vooropstaat, wordt deze vrijheid ten aanzien van de consument wettelijk beperkt. De reden hiervoor is dat de consument tegenover een zakelijk partij wordt gezien als de relatief zwakkere partij. In de verhouding tussen franchisegever en franchisenemer wordt de franchisenemer in voorkomende gevallen eveneens gezien als de relatief ‘zwakkere’ partij waardoor ook voor de franchisenemer de wettelijke bescherming van de consument geldt.

Klik hier voor het gehele artikel. 

Mr. M. Munnik – franchiseadvocaat.

Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

 

Download dit artikel

Andere berichten

Contractuele vereisten voor ontbinding niet in acht genomen? Geen rechtsgeldige ontbinding van de franchiseovereenkomst – d.d. 23 juli 2020 – mr. C. Damen

Mag een franchisegever de franchiseovereenkomst ontbinden wanneer zij haar eigen contractuele voorschriften niet in acht heeft genomen?

Door mr. C. Damen|23-07-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Wettelijk verbod op eenzijdig wijzigen van openingstijden door franchisegever – 13 juli 2020 – mr. J. Sterk

Wetsvoorstel staatssecretaris dat, kort samengevat, inhoudt dat de winkelier niet gebonden mag zijn aan eenzijdige wijziging van de openingstijden, gedurende de looptijd van de overeenkomst.

Door Jeroen Sterk|13-07-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Geen recht op verlenging franchiseovereenkomst – 6 juli 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Mag een franchisegever verlenging van de franchiseovereenkomst weigeren indien de franchisenemer niet instemt met gewijzigde voorwaarden van een nieuw te sluiten franchiseovereenkomst?

Door Alex Dolphijn|06-07-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Gerechtshof Amsterdam beperkt beroep franchisegever op concurrentieverbod – d.d. 6 juli 2020 – mr. T. Meijer

Door het gerechtshof Amsterdam is op 30 juni 20202 geoordeeld dat aan een franchisegever geen (onbeperkt) beroep op een contractueel concurrentieverbod toekomt.

Ga naar de bovenkant