Column Franchise+ – “Verbod verkoop via internetplatforms in franchiseovereenkomst vrijgesteld van kartelverbod”

Door Gepubliceerd Op: 09-04-2018Categorieën: Mededinging, Uitspraken & actualiteitenLabel:

Eind vorig jaar haalde Thuisbezorgd.nl de woede van vele maaltijdbezorgers op haar hals door wederom een tariefverhoging aan te kondigen. Het standaardtarief van Thuisbezorgd.nl bereikte daarmee een recordhoogte van maar liefst 13 procent. Deze kostenpost kan bespaard worden indien rechtstreeks bij de maaltijdbezorgdienst of zelfs via een ander internetplatform wordt besteld. Met name in franchiseverband behoort dit tot de mogelijkheden, omdat franchiseorganisaties veelal over uitstekende websites en apps beschikken die qua gemak en functionaliteit niet onder doen voor Thuisbezorgd.nl. Maar mag een franchisegever zijn franchisenemers verbieden om van Thuisbezorgd.nl gebruik te maken? 

Op 6 december 2017 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie een arrest gewezen over de mogelijkheid om het verkopen van producten via internetplatforms te verbieden waarin in mijn visie antwoord gegeven wordt op deze vraag. Hoewel dit arrest niet gaat over het bezorgen van maaltijden, is de uitkomst hiervan mijns inziens hierop wel toepasbaar. 

Deze zaak ging over de vraag of een producent van luxe cosmetica ‘Coty’ (onder meer producten van Calvin Klein en Chloé) haar erkende distributeurs kon verbieden om de luxeproducten aan de man te brengen via Amazon. Volgens Coty was verkoop via dit platform onwenselijk, omdat het afbreuk zou doen aan het luxe imago. Het Hof van Justitie heeft getoetst of een dergelijk verbod toelaatbaar is op basis van Europees mededingingsrecht. 

Volgens het Hof zijn stelsels van selectieve distributie voor luxeproducten toelaatbaar als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Kort gezegd houden de voorwaarden in dat de distributeurs moeten zijn geselecteerd op basis van objectieve, kwalitatieve, proportionele en niet-discriminerende criteria. Het Hof bevestigt uitdrukkelijk dat het in stand houden van een luxe imago van merkproducten de organisatie van een selectief distributiestelsel voor die producten rechtvaardigt. Daarmee rechtvaardigt het Hof tevens het verbod op internetplatforms. 

Waar het interessant wordt zijn de passages waarin het Hof overweegt dat zelfs als niet aan de hierboven genoemde voorwaarden is voldaan, het niet uitgesloten is dat een verbod op internetplatforms is vrijgesteld van het kartelverbod op grond van de groepsvrijstelling voor verticale overeenkomsten. Dat zou aldus betekenen dat ook aanbieders van gangbaardere producten zoals bezorgmaaltijden gebruik zouden kunnen maken van een verbod op het aanbieden van producten via internetplatforms als zij voldoen aan de marktaandeelgrens van de groepsvrijstelling (maximaal 30%). 

Mijns inziens is met dit arrest dan ook tevens de toelaatbaarheid van een verbod op het verkopen van producten via Thuisbezorgd.nl in een franchiseovereenkomst bevestigd. Kortom, franchisegevers mogen hun franchisenemers verbieden om hun producten te verkopen via Thuisbezorgd.nl. De vraag is wel of een dergelijk verbod commercieel verantwoord is, gezien de grote hoeveelheid bestellingen die via Thuisbezorgd.nl verlopen. Is dat echter het geval, dan staat franchisegevers niets (meer) in de weg om Thuisbezorgd.nl te verbieden en daarmee zouden zij Thuisbezorgd.nl dan ook kunnen boycotten. 

mr. R.C.W.L. Albers – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar albers@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?

De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had

Verplichte (marktconforme) inkoopprijzen voor franchisenemers

In hoeverre kan een franchisegever afspraken wijzigen over de (marktconforme) inkoopprijzen van de goederen die de franchisenemers verplicht zijn in te kopen?

Bestuurdersaansprakelijkheid van een franchisenemer na falend beroep op ondeugdelijke prognose.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 11 juli 2017 een beslissing genomen over de vraag of de franchisegever met succes de bestuurder van een b.v. kon aanspreken voor het niet-nakomen van de

Ga naar de bovenkant