Column Franchise+ – Franchisegever handelt onrechtmatig door verstrekken prognose via een derde

Geschillen over prognoses tussen franchisegever en franchisenemer blijven een hot item in franchiseland. Na het gewezen Street-One arrest lijkt het erop dat franchisegevers zich veilig wanen door derden de prognoses op te laten stellen, bij voorkeur in opdracht van de franchisenemer zelf. Maar klopt dit wel? 

In het bekende Street-One arrest is benadrukt dat een franchisegever onrechtmatig handelt jegens de franchisenemer als een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan onjuiste resultaten aan de franchisenemer verstrekt. Maar als een derde – niet in zijn opdracht – een prognose heeft opgesteld hij in beginsel niet aansprakelijk is tenzij franchisegever wetenschap heeft van fouten en heeft nagelaten deze fouten mede te delen aan franchisenemer. 

Onlangs heeft de rechtbank opnieuw haar licht laten schijnen op een prognosekwestie. De franchisenemer is de franchiseovereenkomst aangegaan op basis van aan hem verstrekte prognoses, welke prognoses bij lange na niet blijken uit te komen. 

De financiële berekeningen ten aanzien van de verwachte omzet zijn aan franchisenemer verstrekt door een administratiekantoor en derhalve een derde. Tussen partijen staat ter discussie wie opdrachtgever is tot het opstellen van deze omzetprognoses.

De rechter bepaalt dat dit niet ter zake doet in onderhavige kwestie. Van belang is dat franchisegever alle informatie heeft verschaft die nodig was om de omzetbedragen eenvoudig te kunnen berekenen. Ondanks dat de franchisegever niet zelf de uitgewerkte omzetbedragen heeft genoemd en ondanks dat franchisegever mogelijk zelf niet de opdrachtgever is geweest tot het opstellen van de prognoses, dienen deze prognoses te worden bezien als een omzetprognose van de franchisegever.

Omdat bij de omzetprognoses onvoldoende rekening is gehouden met de concurrentie en bovendien een vergelijking is gemaakt met een drietal andere franchisevestigingen welke niet representatief waren voor de bepaling van de omzetprognoses voor franchisenemer, is sprake van een ondeugdelijk vestigingsplaatsonderzoek en derhalve handelt franchisegever onrechtmatig jegens franchisenemer. 

Alhoewel er een trend is ontstaan naar aanleiding van het Street-One Arrest waarbij franchisegevers het opstellen van de omzetprognoses uitbesteden aan derden en/of de opdracht tot het opstellen van deze omzetprognoses wordt verstrekt (althans op papier) door de franchisenemer, blijkt dit niet altijd voldoende om aansprakelijkheid te voorkomen. 

Kortom, je bent als franchisegever niet zonder meer gevrijwaard van aansprakelijkheid op het moment dat hij via een derde, die de franchisegever niet zelf heeft ingeschakeld, (ondeugdelijke) prognoses aan de franchisenemer ter hand stelt. Een franchisegever dient ook bij het verstrekken van gegevens aan deze derde zorgvuldig te handelen.   

Klik hier voor het gepubliceerde artikel.

mr. M. Munnik – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar munnik@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Misleiding bij de werving van een franchisenemer?

Een uitspraak over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had.

Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik

Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan...

De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)

Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.

Door Alex Dolphijn|26-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan

De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan

Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.

Door Alex Dolphijn|12-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, label11, Supermarkten, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.

Ga naar de bovenkant