Bonussen die niet in de franchiseovereenkomst staan

Bonussen die niet in de franchiseovereenkomst staan

Het Gerechtshof Den Haag 31 maart 2015
(ECLI:NL:GHDHA:2015:1139) werd een geschil voorgelegd tussen een franchisenemer en franchisegever over de afrekening na beëindiging van de franchiseovereenkomst ten aanzien van bonussen.

De franchisegever en de franchisenemer sloten een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van de franchiseovereenkomst. Echter, bepaald is dat partijen nog in geschil zijn over onder andere aan de franchisenemer uitkeren bonussen. Onder meer dat geschil werd voorgelegd aan de rechter, waarvan onderhavige geschil het oordeel in hoger beroep betreft.

Het ging om het volgende: De franchisegever ontving van providers bonussen ten aanzien van in het bijzonder omzetten die de franchisenemer maakte. De franchisenemer stelt aanspraak te maken op die bonussen en dus dat deze bonussen aan haar moeten worden doorbetaald.

Het Gerechtshof oordeelt dat het recht op vorenbedoelde bonussen niet expliciet in de franchiseovereenkomst is bepaald. In de franchiseovereenkomst is echter wel bepaald dat de franchisegever hetgeen de franchisenemer uit hoofde van de franchiseovereenkomsten aan de franchisegever verschuldigd is, verrekend kan worden met dergelijke bonussen. In die bepaling wordt er derhalve van uitgegaan, aldus het Gerechtshof, dat er bonussen zijn die door de franchisegever worden ontvangen doch aan de franchisenemer toekomen. De franchiseovereenkomst dient aldus te worden uitgelegd, althans met toepassing van artikel 6:248 BW worden aangevuld, dat de onderhavige door de providers aan de franchisegever toegekende en ontvangen bonussen, aan de franchisenemer dienden te worden doorbetaald.

Uit deze uitspraak blijkt wederom de noodzaak van een zorgvuldig en goed doordachte franchiseovereenkomst. Indien en voor zover de franchisegever had willen uitsluiten dat de franchisenemer enig recht zou toekomen op een aan de franchisegever toekomende bonus van een provider, dan had zij er goed aan gedaan dat expliciet te bedingen.

Mr A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Franchisenemer ontloopt hoofdelijke aansprakelijkheid in privé

De rechtbank Rotterdam heeft in een vonnis van 28 maart 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:2913, geoordeeld over de vraag wat de betekenis is van de clausule in de franchiseovereenkomst waarin bepaald is dat

Ondeugdelijke prognose door ontbreken vestigingsplaatsonderzoek

De rechtbank Den Haag heeft op 21 maart 2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:3348 geoordeeld dat een prognose van een franchisegever ondeugdelijk was, waardoor de franchisenemer gedwaald had en de franchisegever

Omzeilen post non-concurrentiebeding bij franchising

Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 3 april 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:3128, een vonnis in kort geding van de rechtbank Gelderland over concurrerende activiteiten vernietigd.

Column Franchise+ – “Verbod verkoop via internetplatforms in franchiseovereenkomst vrijgesteld van kartelverbod”

Eind vorig jaar haalde Thuisbezorgd.nl de woede van vele maaltijdbezorgers op haar hals door wederom een tariefverhoging aan te kondigen. Het standaardtarief van Thuisbezorgd.nl bereikte daarmee een

Door Remy Albers|09-04-2018|Categorieën: Mededinging, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Column Franchise+ – “Geschillen over franchisefee”

Het is de laatste tijd flink raak bij ook de allergrootste franchiseorganisaties van Nederland. Bij de formules van Albert Heijn, Hema, Etos, Bruna en Olympia werd en wordt er bijvoorbeeld flink

Ga naar de bovenkant