Betalingstermijnen

Franchisenemers en franchisegevers sturen elkaar over en weer (en ook aan derden) geregeld facturen. Helaas worden zij, zeker in tijden van economische teruggang, geconfronteerd met onbetaald gelaten facturen. De in dit artikel te bespreken Europese richtlijn 2011/7/EU (hierna te noemen: de richtlijn) handelt over betalingstermijnen en heeft tot doel het bestrijden en terugdringen van betalingsachterstanden bij handelstransacties, het verbeteren van het concurrentievermogen van ondernemingen en tot slot het verbeteren van de interne Europese markt door de risico’s bij grensoverschrijdende transacties te beperken. Deze richtlijn is begin vorig jaar afgerond en dient uiterlijk op 16 maart 2016 te worden geïmplementeerd. Met de richtlijn wordt gepoogd richtlijn 2000/35/EG inhoudelijk aan te vullen en/of te verbeteren. In dit artikel zal niet in worden besproken of dat is gelukt, maar zullen de inhoudelijke en voor de (franchise)praktijk van belang zijnde passages van de richtlijn, kort worden besproken. De betalingstermijnen e.d. in de verhouding tussen overheid en onderneming worden in dit artikel buiten beschouwing gelaten.

De bepalingen in de richtlijn zijn van toepassing op handelstransacties. In de richtlijn wordt een handelstransactie gedefinieerd als transactie die leidt tot het leveren van goederen en diensten. Tegenover het leveren van goederen en diensten dient een vergoeding te staan. In de franchise praktijk worden over en weer vele facturen verstuurd voor de geleverde goederen en/of diensten. Derhalve is de richtlijn van toepassing op handelstransacties tussen franchisegever en franchisenemer, maar ook tussen bijvoorbeeld franchisenemer en een derde, bijvoorbeeld: een derde leverancier of een consument.

Het belangrijkste middel van de richtlijn om bovengenoemde doelstellingen te bereiken is het creëren van een recht op rente indien de betaling niet is geschied binnen de betalingstermijn. De betalingstermijn kan een contractuele of wettelijke betalingstermijn zijn. De maximale rente die door de schuldeiser bij vertraging in rekening mag worden gebracht, wordt in landen die de Euro als munt hebben, bepaald door de referentie-interestvoet, die twee keer per jaar door de Europese Centrale Bank wordt vastgesteld, te vermeerderen met acht procentpunten.

Wanneer mag de schuldeiser zijn schuldenaar rente in rekening brengen? De schuldenaar dient te laat zijn met betalen. Uiteraard dient de oorzaak van de vertraagde betaling voor rekening en risico van de schuldenaar te zijn. Derhalve zal een vertraging in de betaling die te wijten is aan de schuldeiser geen bevoegdheid creëren voor de schuldeiser om rente bij de schuldenaar in rekening te brengen.

De schuldenaar is te laat met betalen indien de tussen partijen afgesproken betalingstermijn is overschreden. De richtlijn bepaalt dat de betalingstermijn niet langer mag zijn dan zestig dagen, tenzij partijen anders zijn overeengekomen en de schuldeiser niet wordt benadeeld door deze langere termijn.

Een misvatting in de praktijk is dat de schuldeiser de schuldenaar na het verstrijken van de betalingstermijn nog een schriftelijke herinnering of een sommatie dient te sturen. Het enkel laten verstrijken van de tussen partijen afgesproken betalingstermijn is voldoende om de rente in rekening te kunnen brengen. Echter, het dient voor de schuldenaar duidelijk te zijn wanneer hij te laat is en derhalve rente verschuldigd zal zijn. Om discussie hierover te voorkomen dienen partijen dit duidelijk af te spreken en schriftelijk vast te leggen, bijvoorbeeld in de overeenkomst, dan wel in de algemene voorwaarden. Een vermelding van de betalingstermijn op de factuur is ook een mogelijkheid.

Wat nu als partijen niet expliciet een betalingstermijn hebben afgesproken? In zo een geval geldt een termijn van dertig dagen. De richtlijn bepaalt dat voornoemde termijn een aanvang neemt a) op de dag na de dag dat de schuldenaar de factuur heeft ontvangen, b) indien de ontvangst van de factuur niet te bepalen is, op de dag na de dag van de ontvangst van de goederen of diensten, c) indien de factuur eerder is ontvangen dan de goederen of diensten, op de dag na de dag van de ontvangst de goederen of diensten, d) indien er een wettelijke of contractuele verificatie of aanvaarding van de factuur is bepaald en de factuur op de dag of voor de verificatie wordt ontvangen, op de dag na de dag van de ontvangst van de factuur.

Naast het in rekening brengen van rente mag de schuldeiser ook de redelijke kosten die gemoeid zijn met het incasseren van zijn vordering verhalen op de schuldenaar, uiteraard indien deze kosten verband houden met de vertraagde betaling. De richtlijn heeft de hoogte van de te verkrijgen vergoeding beperkt. In de praktijk zullen de bepalingen er echter vaak toe leiden dat de schuldeiser slechts een klein deel van werkelijk gemaakte kosten vergoed zal krijgen.

Al met al zal er op veel punten niet veel voor de praktijk te veranderen en verdient het nog steeds de voorkeur dat partijen met elkaar duidelijk afspreken welke betalingstermijn wordt gehanteerd en welke gevolgen te late betaling heeft.

Ludwig & Van Dam franchise advocaten, franchise juridisch advies

Andere berichten

Hoge Raad over opzegging franchiseovereenkomst

De Hoge Raad heeft op 29 november 2024 een aantal ...

Ludwig & Van Dam advocaten partner van Het Nationale Franchise Congres

Op 14 november 2024 nemen we u mee in de ...

Impact Wet franchise op de franchisestatistieken minimaal

Door Maaike Munnik en Remy Albers Ludwig & Van ...

Seminar op de Nationale Franchise Beurs 11 & 12 oktober 2024

Op 11 oktober 2024 om 11:00 uur zal op de ...

Publicatie mr. Klaas op de Hoek in Tijdschrift Franchise & Recht

In het tijdschrift Franchise & Recht bespreekt mr. Klaas op ...

Ga naar de bovenkant