Belgische ministerraad neemt besluit aan ter bescherming van zelfstandig supermarktondernemers

Door Gepubliceerd Op: 02-05-2024Categorieën: Supermarkten, Uitspraken & actualiteitenLabel: ,

Oppermachtige supermarktorganisaties
Mede door de recente verzelfstandiging van (Ahold Delhaize) supermarkten en de problematiek waarmee dat gepaard ging, erkent de Belgische overheid inmiddels de toenemende afhankelijke en onevenwichtige positie van zelfstandig supermarktondernemers in relatie tot de inmiddels geconsolideerde en oppermachtige supermarktsector.

Het ontwerp Koninklijk Besluit dient ertoe een eind te maken aan misstanden in de sector door de positie van zelfstandig supermarkt ondernemers minder afhankelijk te maken van
supermarktorganisaties. Hiertoe worden ten gunste van franchisenemers beperkingen opgelegd aan franchisegever in de franchiseovereenkomsten. Het doel is de afhankelijkheid en binding hiermee te verminderen. Het ontwerp ligt nu voor bij de Raad van State.

Er komt in België een zogenoemde zwarte lijst van verboden bedingen en een grijze lijst van bedingen die vermoed worden verboden te zijn, behoudens tegenbewijs door de supermarktorganisatie.

Zwarte lijst van verboden afspraken
In de zwarte lijst worden de volgende afspraken verboden:

  • Bedingen die de verantwoordelijkheid enorm verminderen van de supermarktorganisatie wat betreft zijn leveringsverbintenis ten aanzien van de zelfstandig supermarktondernemer;
  • Bedingen die de zelfstandig supermarktondernemer verbieden om voorbereidingen te treffen of onderhandelingen aan te vatten tijdens de opzegtermijn en de termijn van het
    niet-concurrentiebeding;
  • Bedingen die de zelfstandig supermarktondernemer verplichten om meer dan de helft van de kosten voor promotieacties te dragen;
  • Bedingen die verplichten om geschillen niet voor te leggen aan de rechter, maar aan een bepaalde arbiter;
  • Bedingen die verplichten exclusief beroep te doen op de territoriaal bevoegde rechter van diegene die het recht verleent, of een rechter van wie de zetel zich bevindt in een ander taalgebied dan het taalgebied van de zetel van de persoon die het recht verkrijgt.

Grijze lijst van vermoedelijk verboden afspraken
In de grijze lijst worden de volgende mogelijk verboden afspraken genoemd:

  • Bedingen die voorzien in een forfaitaire waardering waarbij een prijs wordt vastgesteld die duidelijk onredelijk is in vergelijking met een normale waardering van een handelsfonds of de aandelen van een onderneming (van van de zelfstandig supermarktondernemer);
  • Bedingen die het contractueel verplichten om de activiteiten van een structureel verlieslatende onderneming verder te zetten;
  • Bedingen die de persoon die het recht verleent toestaan de commerciële samenwerkingsovereenkomst te beëindigen met toepassing van een uitdrukkelijk ontbindend beding.

Wat zal dit in de praktijk betekenen?
Vrij vertaalt naar de praktijk betekent dit:

  • De afnameplicht is niet meer absoluut. Bij gebrekkige leveringen mag vreemd worden ingekocht.
  • Er komt meer vrijheid om met andere formules te onderhandelen over samenwerking, tijdens de looptijd.
  • Bij prijsacties moet de franchisegever tenminste de helft meebetalen.
  • Bedingen die franchisenemers beperken tot een toegang tot de normaal bevoegde rechter of een verplichte aanwijzing van een bepaalde arbiter zijn ongeldig.
  • Goodwillafspraken die niet marktconform zijn worden vermoed ongeldig te zijn.
  • Franchisenemers kunnen niet worden verplicht een verlieslatende onderneming voort te zetten.
  • De franchisegever kan niet zomaar de samenwerking tussentijds beëindigen.

Hiermee is België het eerste land in Europa dat komt met specifieke spelregels voor franchisesamenwerking in de supermarktsector.

Ook in Nederland is eenzelfde trend zichtbaar en wordt de zelfstandig supermarktondernemer steeds afhankelijker van zijn/haar organisatie. Dergelijke spelregels zouden dus ook i Nederland in de supermarktsector tot een meer evenwichtige samenwerking kunnen leiden, daar waar de Wet franchise daarin binnen de supermarktsector tot dusverre niet in is geslaagd. Dat zou in het verlengde daarvan overigens ook de consument minder afhankelijk maken va inmiddels nog maar enkele aanbieders. Met de evaluatie van de Wet franchise in het vizier zou de politiek in Nederland dan ook oog moeten hebben voor de ontwikkelingen die zich in België voordoen en daar lering uit trekken voor de Nederlandse situatie.

Ludwig & Van Dam onderhoudt internationale betrekkingen in de franchise- en supermarktsector. Nadere informatie kan worden verkregen bij ons kantoor.

Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar info@ludwigvandamadvocaten.nl

Andere berichten

Arbitrage binnen franchise: een te hoge drempel? – mr. M. Munnik

Bij het aangaan van een overeenkomst is het voor partijen mogelijk – in afwijking van de wet - om een bevoegde rechter aan te wijzen. Dit geldt ook voor de franchiseovereenkomst. Van deze mogelijkheid

Beroep franchisenemer op dwaling wegens ondeugdelijke prognoses en gebrek aan ondersteuning verworpen – d.d. 25 april 2019 – mr. K. Bastiaans

Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde (ECLI:NL:GHSHE:2019:697) over de vraag of het enkele feit dat prognoses niet zijn uitgekomen, de conclusie rechtvaardigt dat de franchisenemer tekort is gedaan...

Door mr. K. Bastiaans|25-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Steeds meer bescherming tegen ronselen franchisenemers” – d.d. 2 april 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Steeds vaker blijkt dat geronselde franchisenemers beschermd kunnen worden op basis van de Wet Acquisitiefraude.

Door Alex Dolphijn|02-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers – Contracteren 2019, nr. 1

Een bijdrage over veelvoorkomende bepalingen in franchiseovereenkomsten waarbij is bepaald dat een franchisenemer verplicht lid is van een franchisenemersvereniging.

Misleiding bij de werving van een franchisenemer?

Een uitspraak over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had.

Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik

Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan...

Ga naar de bovenkant