Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN) voert nader overleg met de Minister
Franchisenemer, franchisenemers, collectief, collectieven, franchisenemersvereniging, franchising, franchisenemers collectieven, franchiseraad
Op 16 april 2014 heeft het al aangekondigde gesprek tussen de Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN), de onafhankelijke belangenbehartiging voor franchisenemers in Nederland, en het Ministerie van Economische Zaken plaatsgevonden. Diverse actuele thema’s rondom franchising hebben de revue gepasseerd. Uitvoerig is onder andere stilgestaan bij diverse conflicten in de franchisebranche en of wetgeving daar een oplossing voor zou kunnen zijn. Voorts werd stilgestaan bij de noodzaak om te komen tot een beter gestructureerde voorlichting betreffende het fenomeen franchising, onder andere ten behoeve van startende franchisenemers. De BVFN zal daar een belangrijke rol in spelen.
De BVFN en het Ministerie blijven met elkaar in gesprek. De BVFN zal als gesprekspartner worden vermeld op de website van het Ministerie. De BVFN zal intensief voortgaan, ook in haar contacten met de overheid, de belangen van franchisenemers in Nederland te vertegenwoordigen en onder de aandacht te brengen.
Andere berichten
De organisatiestructuur van een franchisegever
In eerdere afleveringen van deze rubriek is reeds stilgestaan bij de gevolgen van een faillissement
Van bedrijfsleider naar franchisenemer
Het komt geregeld voor dat filiaalmanagers worden uitgenodigd de vestiging waar zij werken te gaan franchisen.
Prognoses bij restyling
Zoals bekend biedt een goed franchisegever aan zijn franchisenemer bij de start een deugdelijke
De franchise-voorovereenkomst; de precontractuele fase
Geregeld komt het voor dat franchisegever en franchisenemer een franchise-voorovereenkomst
Tijdig aanspreken van partijen bij problemen
Wat te doen wanneer u ongeregeldheden constateert in uw franchiserelatie? Het is steeds een afweging.
Exploitatieproblemen winkelcentra: positie huurder anders dan die van franchisenemer
Onlangs heeft ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, zich uitgelaten omtrent de vraag