Beëindiging franchiseovereenkomst bij wijzigingen in gehuurde winkelruimte – 27 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

De rechtbank Overijssel heeft op 15 juli 2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:3337,
geoordeeld over de vraag over de opzegging van een franchiseovereenkomst in
het licht van het substantieel wijzigen van de gehuurde winkelruimte.

Tussen de franchisenemer en de franchisegever bestond een duurovereenkomst
voor onbepaalde tijd. De franchisenemer huurde een bedrijfsruimte van een
derde. De verhuurder had de huur opgezegd tegen 1 december 2019. De
franchisenemer lukte het niet om met de verhuurder een nieuwe
huurovereenkomst te sluiten. De franchisegever lukte het wel om tot een
nieuwe huurovereenkomst te komen met de verhuurder, zij het dat de
betreffende bedrijfsruimte groter en luxer verhuurd zou worden.

De franchisenemer wenste de franchiseovereenkomst niet voort te zetten,
omdat met de grotere, oudere bedrijfsruimte ook de kosten voor de
franchisenemer zouden toenemen. Te denken valt aan hogere doorbelaste
huurkosten en herinrichtingkosten. Ook zou de franchisenemer meer
afhankelijk worden van de franchisegever, nu de franchisegever tevens
verhuurder zou worden.

De franchisenemer had de franchiseovereenkomst vrijwel per direct op 1 juli
2019 opgezegd en is de verplichtingen onder de franchiseovereenkomst,
waaronder de inkoopplicht, niet meer nagekomen.

De opzegging van de franchiseovereenkomst was ingegeven om zo snel mogelijk
de onderneming op eigen benen te laten staan, opdat deze mede daardoor snel
naar elders verplaatst kan gaan worden, zonder daarbij (verder) afhankelijk
te zijn van de franchisegever. Naar verwachting zou het moeten gaan lukken
om ruim vóór 1 december 2019 passende betaalbare huisvesting te vinden voor
zijn onderneming in de nabijheid. Deze datum 1 december 2019 was ook de
datum waartegen de verhuurder de huur opgezegd had.

De franchisegever meent evenwel dat de opzegging van de
franchiseovereenkomst te abrupt is geweest en heeft het voor de
franchisegever onmogelijk gemaakt is om tijdig adequaat op de aankomende
(tijdelijke) situatie te anticiperen.

De rechter oordeelde dat een redelijke opzegtermijn in acht genomen had
moeten worden door de franchisenemer en dat de opzegging eerst heeft te
gelden per 1 oktober 2019, in plaats van 1 juli 2019. Die datum als
beëindigingsdatum van het door partijen overeengekomene doet meer recht aan
de belangen over en weer, zoals die hiervoor zijn geschetst, aldus de
rechter. Gedurende de opzegtermijn wordt de franchisenemer veroordeeld om
nog steeds exclusieve inkopen te doen bij de franchisegever.

Het blijft lastig een goede balans te vinden tussen de belangen over en
weer als de omstandigheden wijzigen zonder dat partijen daar veel invloed
op hebben.

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt
u reageren?

Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)

Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.

Door Alex Dolphijn|26-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan

De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan

Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.

Door Alex Dolphijn|12-02-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, label11, Supermarkten, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?

In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.

Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) adviseert staatssecretaris Keijzer over Wet Franchise

Kort samengevat wordt allereerst geadviseerd franchisegevers en franchisenemers actief te informeren over deze wetswijziging.

Post non-concurrentieverbod bij diensten- en verkoopfranchise

Als een franchiseovereenkomst eindigt, dan stuiten veel franchisenemers op een verbod in de franchiseovereenkomst om gedurende een bepaalde tijd daarna vergelijkbare werkzaamheden te verrichten

Ga naar de bovenkant