Artikel De Nationale Franchisegids: “Verdeling van (potentiële) klanten verboden?” – 17 september 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Binnen veel franchiseorganisaties worden afspraken gemaakt over de werving van (potentiële) klanten in een bepaald gebied. De mededingingswaakhond, de ACM, heeft aan een aantal ondernemingen en hun directeuren diverse boetes opgelegd wegens dergelijke afspraken.

De betreffende ondernemingen waren actief op het gebied van distributie, verhuur en verkoop van leesmappen aan afnemers in Nederland. Zij hadden onderling afspraken gemaakt die inhielden dat zij geen klanten zouden werven onder elkaars (potentiële) klanten. De afspraken bestonden uit gebiedsafspraken over klanten, over het overnemen van klanten en over informatie-uitwisseling omtrent prijzen. Deze afspraken werden ondersteund door overeengekomen boetebedingen.

Niet iedere non-concurrentieverplichting is verboden. Ook gebiedsafspraken zijn in franchiseverhoudingen in beginsel toegestaan. De ACM oordeelde echter dat in het onderhavige geval het doel van deze afspraken moet zijn geweest de onderlinge concurrentie af te zwakken. De afspraken waren immers bedoeld om rust in de markt te bewerkstelligen en zodoende marktaandelen te behouden in een krimpende markt. Volgens de betrokken ondernemers waren de afspraken noodzakelijk om excessen tegen te gaan, omdat alleen het gebruikelijke non-concurrentieverbod in de contracten niet toereikend zou zijn. Geoordeeld wordt echter dat een klantverdelingsafspraak zoals door partijen gemaakt, in onderhavige geval niet noodzakelijk was om de bedoelde excessen tegen te gaan. 

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven bevestigde op 20 augustus 2019 dat het kartelverbod overtreden was, maar past de hoogte van de opgelegde boetes en de verdeling daarvan nader aan. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven had op 23 oktober 2018 ook al franchisenemers van wasserijen voor de gezondheidszorg flinke boetes opgelegd in een vergelijkbaar geval.Toen werd ook geoordeeld dat er sprake was van een horizontale samenwerking tussen concurrenten, waarbij rayons verdeeld werden en onderling afspraken gemaakt werden om niet aan acquisitie te doen in elkaars rayon en elkaars bestaande relaties te respecteren.

Franchisegevers en franchisenemers dienen zich bij het maken van afspraken en afstemmen van gedragingen ter verdeling van (potentiële) klanten, gebiedsverdeling en (behoud van marktaandelen) te vergewissen van de mogelijkheid dat zulks in strijd is met het kartelverbod, met alle mogelijke verstrekkende gevolgen van dien. Tijdig gedegen onderzoek is een absolute must.

Klik hier voor het gepubliceerde artikel 

 

Mr. A.W. Dolphijn  – franchiseadvocaat Ludwig & Van Dam Advocaten, franchise juridisch advies.

Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Geen Nederlandse Franchise Code, wel wetgeving over franchising

De Staatssecretaris heeft laten weten dat de Nederlandse Franchise Code (“NFC") niet wettelijk verankerd wordt. Wel zal er wetgeving volgen inzake franchising.

HEMA veroordeeld tot opschorting e-commerce bijdrage aan franchisenemers

HEMA heeft een conflict met haar franchisenemers over de bijdrage in de kosten voor e-commerce. HEMA vindt dat de bestaande regeling uit 1997 achterhaald is.

Vergissing of misleiding bij het sluiten van de franchiseovereenkomst

Een franchisenemer die na het sluiten van een franchiseovereenkomst spijt krijgt, kan van mening zijn dat hij voor of bij het sluiten van de franchiseovereenkomst door de franchisegever ...

De door de franchisegever voorgeschreven leverancier presteert niet? Wat nu?

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde op 20 februari 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:727, over de vraag wie moet bewijzen dat de franchisenemer op het verkeerde been gezet is bij het aangaan van de

Ga naar de bovenkant