Artikel De Nationale Franchisegids: “De tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst” – 12 augustus 2019 – mr. J.A.J. Devilee
Een franchiseovereenkomst kan op vele manieren tussentijds eindigen. Zo kunnen partijen met wederzijds goedvinden besluiten om afscheid van elkaar te nemen en hier gezamenlijk nadere afspraken over maken. Veelal is het echter een der partijen die helemaal niet zit te wachten op een tussentijds afscheid. In een dergelijk geval kan bijvoorbeeld ontbinding of opzegging van de franchiseovereenkomst soelaas bieden. Bij (buitengerechtelijke) ontbinding van de franchiseovereenkomst wordt de franchiseovereenkomst doorgaans per direct beëindigd en bij opzegging van de franchiseovereenkomst dient een bepaalde opzeggingstermijn in acht te worden genomen.
Evenwel begint de rechtbank in haar vonnis met het beoordelen van de beëindiging van de franchiseovereenkomst. De rechtbank heeft allereerst overwogen dat er geen beëindiging met wederzijds goedvinden heeft plaatsgevonden, nu partijen geen overeenstemming hebben bereikt over de (kern)voorwaarden waarop de samenwerking zou worden geëindigd. In het kader van de buitengerechtelijke ontbinding overweegt de rechtbank dat er geen sprake is van een dusdanig ernstige tekortkoming aan de zijde van de franchisenemer die ontbinding van de franchiseovereenkomst zou rechtvaardigen. Derhalve overweegt de rechtbank dat de franchiseovereenkomst niet rechtsgeldig is ontbonden door de franchisegever. Ten aanzien van de opzegging overweegt de rechtbank dat er wel rechtsgeldig is opgezegd door de franchisegever en dat de contractuele opzegtermijn doorloopt. Eén en ander brengt met zich mee dat franchisegever de franchisenemer tot 1 juni 2019 in staat moet stellen om de overeengekomen werkzaamheden te verrichten gedurende de periode dat de opzegtermijn nog voortduurt. Dit betekent dus dat de franchisegever (nog) niet de toegang tot het digitale werksysteem had mogen ontzeggen. Kortom, de franchisegever krijgt de deksel op de neus, omdat hij in feite te vroeg heeft gehandeld als ware de samenwerking reeds beëindigd.
Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden, maar let wel altijd goed op of u op de juiste route zit. Mocht u hierover advies wensen, neem dan gerust contact met ons op.
Klik hier voor het gepubliceerde artikel.
Andere berichten
Failliet doordat franchisegever verkoop franchiseonderneming weigerde – d.d. 28 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De rechtbank Den Haag heeft een verzoek behandeld van een franchisegever om een franchisenemer failliet te verklaren.
Ludwig & Van Dam advocaten dagvaarden Sandd en PostNL namens de franchisenemers van Sandd – d.d. 9 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) heeft Sandd en PostNL vandaag gedagvaard voor de rechtbank in Arnhem. De VFS meent dat Sandd en PostNL de franchisenemers keihard laten vallen.
Artikel De Nationale Franchise Gids: “Waarom hoofdelijke aansprakelijkheid bv naast privé?” – d.d. 7 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn
Van franchisenemers wordt vaak gevraagd de franchiseovereenkomst mede te ondertekenen, naast hun franchise bv. Soms weigeren franchisenemers dat en wordt de franchiseovereenkomst niet getekend.
Ludwig & Van Dam Advocaten staat franchisenemers Sandd bij: Franchisenemers Sandd vechten postmonopolie aan voor de rechter – d.d. 12 november 2019 – mr. A.W. Dolphijn
De Vereniging Franchisenemers van Sandd (VFS) vecht bij de rechtbank in Rotterdam het besluit aan van staatssecretaris Mona Keijzer om de postfusie tussen PostNL en Sandd goed te keuren.
Franchisenemer klem door concurrentiebeding? – d.d. 21 oktober 2019 – mr. A.W. Dolphijn
De rechtbank Oost-Brabant heeft beslist dat een franchisenemer bij tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst toch gehouden was aan het opgenomen concurrentieverbod.
Supermarktbrief – 26
Supermarktnieuwsbrief nr. 26