Artikel De Nationale Franchise Gids: “Waarom hoofdelijke aansprakelijkheid bv naast privé?” – d.d. 7 januari 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Van franchisenemers wordt vaak gevraagd de franchiseovereenkomst mede te
ondertekenen, naast hun franchise bv. Soms weigeren franchisenemers dat en
wordt de franchiseovereenkomst niet getekend. Het is verbazingwekkend dat
er vervolgens zo weinig discussie is om te bezien of er geen mouw aan te
passen is.

Franchisenemers richten vaak een bv op ter beperking van hun eigen
aansprakelijkheid in privé. Niet verwonderlijk, want
franchiseovereenkomsten worden vaak gesloten voor een langere periode en er
zijn ook vaak flinke investeringen mee gemoeid. Als het mis gaat, dan
blijft de ondernemer zelf buiten schot. Het tekenen voor aansprakelijkheid
in privé zullen franchisenemers dan ook niet snel wenselijk achten. Ze
nemen dan vrijwillig de aansprakelijkheid in privé op zich.

Franchisegevers willen natuurlijk ook niet dat het mis gaat bij
franchisenemers, maar als het misgaat, dan zullen franchisegevers ook vaak
proberen hun verlies zo klein mogelijk te houden. Het in privé laten
meetekenen door de ondernemer heeft dan als doel dat de ondernemer naast de
bv aansprakelijk is voor de verplichtingen uit de franchiseovereenkomst. In
dat geval kan de franchisegever kiezen welke partij hij aanspreekt. Als de
bv “leeg” is, kan de ondernemer aangesproken worden en kan bijvoorbeeld de
overwaarde op zijn koopwoning uitgewonnen worden. Zo ver zullen veel
franchisegevers het niet laten komen. Als een franchisegever merkt dat de
periodieke fee niet meer betaald wordt, of de bestellingen niet voldaan
worden, dan zal de franchisegever snel de leveringen stoppen of de
franchiseovereenkomst ontbinden.

Een oplossing kan zijn om af te spreken dat de ondernemer slechts in zeer
ernstige gevallen, bijvoorbeeld fraude, in privé aansprakelijk zal zijn.
Ook kan een plafond in de omvang van de aansprakelijkheid in privé
afgesproken worden. Of afgesproken kan worden dat de ondernemer pas in
privé aangesproken wordt nadat vaststaat dat de bv echt geen cent meer
heeft.

Door creatief om te gaan met de belangen van allebei de partijen kan er
soms toch nog naar ieders tevredenheid een franchiseovereenkomst getekend
worden.

Klik hier voor het gepubliceerde artikel. 

 

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt
u reageren?

Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst

De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met

Door Jeroen Sterk|01-09-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer

Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden

Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising

Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.

Door Ludwig en van Dam|10-08-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?

De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had

Verplichte (marktconforme) inkoopprijzen voor franchisenemers

In hoeverre kan een franchisegever afspraken wijzigen over de (marktconforme) inkoopprijzen van de goederen die de franchisenemers verplicht zijn in te kopen?

Bestuurdersaansprakelijkheid van een franchisenemer na falend beroep op ondeugdelijke prognose.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 11 juli 2017 een beslissing genomen over de vraag of de franchisegever met succes de bestuurder van een b.v. kon aanspreken voor het niet-nakomen van de

Ga naar de bovenkant