Als je franchisegever je concurrent is

Franchising beoogt samenwerking. De franchisegever behoort de franchisenemer bij te staan in het bereiken van wederzijdse profijtelijkheid met de exploitatie van de formule. Soms raakt dit uit balans. Wat als de franchisegever de franchisenemer gaat beconcurreren?

In beginsel is het een franchisegever niet toegestaan om de eigen franchisenemers te beconcurreren. Dat is immers in strijd met de gedachte achter de franchisesamenwerking. Concurrentie door de eigen franchisegever is niet altijd even duidelijk.

Concurrentie door de franchisegever kan diverse verschijningsvormen hebben. Voor de hand ligt het vestigen van een filiaal in het marktgebied van de franchisenemer. Ook valt de denken aan het faciliteren van de komst van een ander die concurrerend is. Zo kan de franchisegever een winkelruimte verhuren aan een derde die een concurrent is van de nabijgelegen franchisenemer.

Wat nogal eens voorkomt is dat de franchisegever voorbehoud om als enige een webshop te hebben, terwijl de franchisenemers verplicht zijn de webshop te promoten. Als de franchisenemer niet meedelen in de revenuen, kan ook dit onrechtmatig zijn.

Verder komt het wel voor dat dezelfde franchisegever een tweede formule start die concurrerend is. Het is dan wrang als de franchisegever alle energie in deze tweede formule steekt en daar de fee’s voor gebruikt die de franchisenemers van de eerste formule afdragen. Ook het kernassortiment dat de franchisenemers mede ontwikkeld hebben en welke verkocht is aan de formule, mag de franchisegever niet ook buiten de formule verhandelen.

Franchisenemers dienen waakzaam te zijn op concurrentie door de eigen franchisegever en waar nodig te appelleren op het onrecht.

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

De Hoge Raad stelt zware eisen aan franchiseprognoses

Een uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag jl. werpt nieuw ligt op het verstrekken van winst- en omzetprognoses aan aspirant-franchisenemers.

Door Ludwig en van Dam|28-02-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Inbreuk op exclusief verzorgingsgebied door franchisegever in verband met formulewijziging d.d. 27 februari 2017

Op 30 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2017:688 (Intertoys/franchisenemer) de vraag voorgelegd gekregen hoe omgegaan moet worden met het

Prognoses bij startup franchiseformule

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde op 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455 (Tot Straks/franchisenemer) over de vraag of de franchisegever een ondeugdelijke prognose verschaft had en de

Verplicht overdragen franchiseonderneming aan franchisegever?

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:412 (CoffeeCompany/Dam Spirit B.V.) een vonnis gewezen over de vraag of een franchisenemer bij een beëindiging van de samenwerking

Overdracht klantendata aan franchisegever

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in het arrest van 10 januari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:68 (OnlineAccountants.nl) onder meer over de vraag hoe klantendata moet worden overgedragen.

Uitverkoop bij bedrijfsbeëindiging franchisenemer – wie krijgt de uitverkoopopbrengst?

In het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d.12 oktober 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5061 (Bewindvoerder/Expert Groep en Rabobank) stond de vraag centraal of de franchisegever tezamen met de bank

Ga naar de bovenkant