Afnameplicht en marktconforme prijzen
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 9 september 2015 (ECLI:NL:RBNNE:2015:4271) een vonnis geveld over de vraag of een franchisegever marktconforme prijzen hanteerde bij een exclusieve afnameplicht.
Franchisenemers verwijten de franchisegever dat de voorgeschreven inkoopverplichting misbruikt wordt doordat er niet marktconforme prijzen berekend werden. De franchiseovereenkomst schrijft namelijk voor dat de prijzen marktconform moeten zijn.
De rechtbank concludeert dat de franchisenemers onvoldoende gemotiveerd hebben gesteld dat de franchisegever prijzen aan hen heeft berekend die niet marktconform waren. Het enkele feit dat andere leveranciers op verschillende momenten (en meestal voor een beperkt aantal producten) voordeliger prijzen hadden, is daarvoor niet voldoende. Uit de stellingen van de franchisenemers kan op geen enkele manier worden afgeleid dat andere leveranciers alle franchisenemers continu tegen die lagere prijzen konden beleveren, aldus het oordeel.
Nu de franchisenemers volgens de rechtbank onvoldoende hebben gesteld om tot het oordeel te kunnen komen dat de franchisegever niet heeft geleverd tegen marktconforme prijzen, is er geen reden hen toe te laten tot nadere bewijslevering. Ook de door de franchisenemers verzochte openlegging van boeken wordt dus niet worden bevolen. Terzijde merkt de rechtbank daarover nog op dat de franchisenemers onvoldoende hebben duidelijk gemaakt waarom die openlegging zou kunnen bijdragen aan relevant bewijs. De prijzen die de franchisegever aan de franchisenemers heeft berekend zijn immers bekend en de mogelijkheden en prijzen van andere aanbieders zullen niet in de boeken van de franchisegever te vinden zijn.
De gevorderde aansprakelijkheid van de (indirect) bestuurders en/of aandeelhouders van de franchisegever worden in het verlengde van het voorgaande eveneens afgewezen.
Wederom blijkt dat er zware eisen gesteld worden aan de onderbouwing van de stelling dat er geen sprake is van marktconforme prijzen bij exclusieve afnameverplichtingen.
Mr A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Interview mr. J. Sterk en mr. C. Rutten in Franchise+: “Oproep aan automotive sector: bereid je goed voor op nieuwe Wet franchise” d.d. 2 oktober 2020
De nieuwe Wet Franchise heeft een brede uitwerking, ook in de automotive sector. Maar of men zich er daar voldoende van bewust is?
Artikel De Nationale Franchise Gids – “Coronakorting van 50% op de huur” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 15 september 2020
Tegenvallende omzetten in verband met de coronacrisis kunnen betekenen dat de huurprijs gehalveerd wordt, ook als er sprake is van een deels omzetgerelateerde huur.
Artikel Franchise+ – “Franchisegever hanteert “afgeleide formule” (zonder dat hij het weet)” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 9 september 2020
Tal van franchisegevers zullen zich niet bewust zijn van het gegeven dat zij een “afgeleide formule” gebruiken zoals bedoeld in de Wet franchise.
Artikel Franchise+ – “Verplichtingen en rechten van de startende franchisenemer” – mr. A.W. Dolphijn – d.d.
Waar dient u als startende franchisenemer op te letten, wat zijn uw verplichtingen en wat zijn uw rechten bij het sluiten van de franchiseovereenkomst?
Artikel mr. C. Damen – Drie voorwaarden bij het recht op klantenvergoeding voor de agent bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst – d.d. 26 augustus 2020
Bij de agentuurrelatie tussen een agent en een opdrachtgever (de principaal) leggen partijen hun samenwerkingsafspraken vast in een agentuurovereenkomst. Wanneer de principaal de agentuurovereenkomst
Artikel mr. C. Damen – “Wanneer geldt de exhibitieplicht voor het overleggen de franchiseovereenkomst?” d.d. 17 augustus 2020
Geldt de exhibitieplicht voor het tonen van een (franchise)overeenkomst in een procedure, wanneer de procespartijen niet in rechtsbetrekking staan tot de (franchise)overeenkomst?