Afgesproken tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst

Een franchiseovereenkomst wordt doorgaans gesloten voor een bepaalde tijd. Voortijdige beëindiging is mogelijk als zowel de franchisegever en de franchisenemer hierover een akkoord bereiken. In de kwestie die de rechtbank Rotterdam op 26 juli 2023, ECLI:NL:RBROT:2023:7014, beoordeelde, was de vraag of er sprake was van een afspraak tot voortijdige beëindiging van de franchiseovereenkomst.

Een franchisenemer is voortijdig met de uitvoering van de franchiseovereenkomst gestopt, omdat hij meende dat er met de franchisegever een akkoord over bereikt was.

Volgens de franchisegever is er weliswaar met de franchisenemer onderzocht of er overeenstemming bereikt kon worden over de voorwaarden waaronder de franchiseovereenkomst tussentijds beëindigd kon worden. Partijen hadden hiertoe ook een vaststellingsovereenkomst opgesteld. Echter, partijen konden het volgens de franchisegever niet eens worden over de voorwaarden. Er is dan ook nooit een ondertekende vaststellingsovereenkomst tot stand gekomen. De franchisegever vorderde daarom vergoeding van schade ten aanzien van de periode dat de franchiseovereenkomst nagekomen had moeten worden.

De rechtbank is echter van mening dat een ondertekende vaststellingsovereenkomst niet noodzakelijk is om tot tussentijdse beëindiging te komen. Uit een e-mail van de franchisegever aan de franchisenemer blijkt namelijk volgens de rechtbank dat de franchisegever ingestemd had met de tussentijdse beëindiging. In die e-mail staat: “Zoals gistermiddag al even afgestemd gaan wij er gezamenlijk voor zorgen, dat we per 1 oktober met elkaar de samenwerking beëindigen.”. De rechtbank ziet geen aanleiding om te kunnen aannemen dat de beëindiging afhankelijk was van nader door de franchisegever te stellen voorwaarden over de precieze afrekening. De vordering van de franchisegever tot vergoeding van schade werd daarom door de rechtbank afgewezen.

Bij het onderhandelen over tussentijdse beëindiging van de franchiseovereenkomst doen partijen er goed aan om éérst schriftelijk vast te leggen wanneer er een akkoord bereikt is. Dat kan bijvoorbeeld doordat eerst afgesproken wordt dat van een akkoord alleen sprake is als beide partijen een handtekening gezet hebben.

mr. A.W. Dolphijn
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Artikel De Nationale Franchisegids: “Biedt de Wet franchise houvast bij geschillen ontstaan vóór 1 januari 2021?” – mr. M. Munnik – d.d. 16 augustus 2021

Per 1 januari 2021 is de Wet franchise in werking ...

Artikel Franchise+: “Alleen bij bewijs van overgedragen knowhow kan een beroep gedaan worden op een concurrentieverbod” – mr. T. Meijer – d.d. 26 juli 2021

Door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, is ...

Door Theunis Meijer|26-07-2021|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|
Ga naar de bovenkant