Afbouw van een franchiseformule; franchisegever Yarden wederom gesanctioneerd met vertienvoudiging dwangsommen

Door Gepubliceerd Op: 25-11-2022Categorieën: Uitspraken & actualiteitenLabel: ,

Franchisegever Yarden blijft de formule afbouwen. Zij doet dat mede doordat zij relaties en (potentiële) klanten blijft verwijzen naar een concurrent Dela, waarmee zij gefuseerd is. Dit doet zij ondanks een eerder gerechtelijk verbod. De rechtbank Midden-Nederland vertienvoudigd in een vonnis van 15 november 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:4671, de eerder opgelegde dwangsom.

Het klantencontactcentrum van Yarden was na de fusie van Yarden met Dela geïntegreerd in het klantencontactcentrum van Dela. Hierdoor worden telefonische aanvragen bij het 0800-nummer van Yarden, voor het verzorgen van (aanstaande) uitvaarten, ten onrechte soms naar Dela verwezen in plaats van naar franchisenemers van Yarden. Franchisegever Yarden was reeds veroordeeld om relaties en (potentiële) klanten niet door te verwijzen naar concurrent Dela, op straffe van dwangsommen. Zie rechtbank Midden-Nederland, 29 juli 2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:3148, zie verder: https://bit.ly/3xPUmHG

Yarden is er voorts volgens de franchisenemers niet in geslaagd om haar klantencontactcentrum op orde te krijgen. De franchisenemers hebben steekproeven gedaan en daarbij “mystery calls” gedaan naar het 0800-nummer van Yarden. De franchisenemers hebben daartoe het verzorgen van uitvaarten aangemeld bij Yarden, die zij reeds (rechtstreeks) zonder tussenkomst van Yarden, aangenomen hadden. Volgens de franchisenemers was dit de enige manier om de franchisegever te controleren op het nakomen van het eerdere gerechtelijke verbod.

De franchisenemers hebben dwangsommen verbeurd laten verklaren. De franchisegever heeft daarop in kort geding gevorderd dat de dwangsommen niet verschuldigd zijn aan de franchisenemers. Als tegeneis hebben de franchisenemers verhoging van de dwangsommen gevorderd.

De franchisegever stelt dat de dwangsommen niet verbeurd zouden zijn en dat zij de nodige inspanningen gedaan zou hebben om te voorkomen dat zij naar concurrent Dela verwijst. Ook stelt de franchisegever dat niet zij, maar een groepsmaatschappij, te weten onderdelen van Dela waarmee zij gefuseerd is, verantwoordelijk zijn voor de fouten in de doorverwijzingen. De Franchisegever stelt verder dat de franchisenemers bovendien geen schade lijden door de “mystery calls”. De franchisenemers hadden immers de opdrachten voor betreffende uitvaarten al gekregen.

De rechtbank oordeelt dat van de nodige inspanningen van de franchisegever onvoldoende gebleken is. Yarden kan zich als franchisegever ook niet verschuilen achter groepsmaatschappijen, zoals de rechtbank al in het vonnis van 29 juli 2022 vastgesteld had. Verder bepaalt de rechtbank dat het doorverwijsverbod ziet op de methode van doorverwijzen en niet op louter gemiste uitvaarten. De franchisenemers hebben geen andere mogelijkheid om de doorverwijzingsmethodiek van Yarden te verifiëren dan met “mystery calls”. Tot slot oordeelt de rechtbank dat de opgelegde dwangsommen tot doel hebben een prikkel tot nakoming te bewerkstelligen en dat de opgelegde dit effect onvoldoende bewerkstelligen.

De rechtbank stelt Yarden in het ongelijk en veroordeelt Yarden wederom om relaties en (potentiële) klanten naar Dela te verwijzen, waarbij de dwangsommen vertienvoudigd worden.

Het kan soms niet eenvoudig zijn voor franchisenemers om de afbouw van een franchiseformule te bewijzen. Door actief te acteren kan er echter onder omstandigheden een goede vuist gemaakt worden.

mr. A.W. Dolphijn
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Prognoses bij startup franchiseformule

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde op 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455 (Tot Straks/franchisenemer) over de vraag of de franchisegever een ondeugdelijke prognose verschaft had en de

Verplicht overdragen franchiseonderneming aan franchisegever?

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:412 (CoffeeCompany/Dam Spirit B.V.) een vonnis gewezen over de vraag of een franchisenemer bij een beëindiging van de samenwerking

Overdracht klantendata aan franchisegever

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in het arrest van 10 januari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:68 (OnlineAccountants.nl) onder meer over de vraag hoe klantendata moet worden overgedragen.

Uitverkoop bij bedrijfsbeëindiging franchisenemer – wie krijgt de uitverkoopopbrengst?

In het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d.12 oktober 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5061 (Bewindvoerder/Expert Groep en Rabobank) stond de vraag centraal of de franchisegever tezamen met de bank

Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Rechter: zorgplicht franchisegever vergelijkbaar met die van een bank”

Diverse uitspraken in 2016 hebben duidelijk gemaakt hoe hoog de zorgvuldigheidsnorm voor een franchisegever jegens zijn franchisenemers ligt.

Gebruik van internet en sociale media: rechter verruimt mogelijkheden franchisenemers

De franchisenemer mag in beginsel niet worden verboden een eigen website te hebben om zijn producten of diensten tevens of zelfs uitsluitend via internet te verkopen.

Ga naar de bovenkant