Aansprakelijkheid adviseur bij franchiseovereenkomsten
Bij het aangaan van een franchiseovereenkomst schakelt de aspirant franchisenemer soms een adviseur in om bijvoorbeeld de financiering te arrangeren. Verder kan een onderdeel van de werkzaamheden van de adviseur het beoordelen van de afgegeven prognose zijn. Ook is het denkbaar dat de franchisegever een adviseur inschakelt om voor de aspirant franchisenemer werkzaamheden uit te voeren. De rechtbank Amsterdam heeft op 28 januari 2015 (ECLI:NL:RBAMS:2015:416) een oordeel gegeven over onder meer de vraag of de betrokken adviseur aansprakelijk is.
Een franchisegever had een adviseur ingeschakeld om ten behoeve van haar aspirant franchisenemer een startersplan met exploitatieprognose aan te bieden die de franchisenemer zelf kon uitwerken. De franchisenemer hield de adviseur aansprakelijk nu naderhand bleek dat de adviezen en de prognose ondeugdelijk zouden zijn geweest.
De vraag rees of de adviseur wel in een rechtsverhouding tot de franchisenemers stond. De rechtbank oordeelt dat de betreffende adviseur door de franchisegever naar voren geschoven is als de persoon met wie de franchisenemer contact moesten opnemen bij vragen omtrent het ondernemingsplan. Daarnaast controleerde de adviseur ook het door de franchisenemer ingevulde ondernemingsplan. Tussen de adviseur en de franchisenemer bestond door deze constructie – ondanks dat de formele opdrachtgever de franchisegever was – een zekere vertrouwensrelatie, waarbij de franchisenemer mocht aannemen dat de adviseur ook met zijn belangen rekening hield. Voorts geldt dat er ten aanzien van de financieringsaanvraag wel degelijk een overeenkomst tussen de franchisenemer en de adviseur tot stand is gekomen op grond waarvan de adviseur de franchisenemer omtrent deze aanvraag zou adviseren. De (inhoud van de) financieringsaanvraag hing uiteraard zeer nauw samen met (de inhoud van) het ondernemingsplan, nu de financieringsaanvraag was ingediend teneinde de volgens het ondernemingsplan benodigde financiering rond te krijgen. Derhalve dient de adviseur zich de belangen van de franchisenemer aantrekken. Dit geldt zowel ten aanzien van het ondernemingsplan als de financieringsaanvraag.
De adviseur heeft (bij een voorlopig getuigenverhoor) verklaard dat hij de aspirant franchisenemer gezegd heeft dat hij bij het invullen van het startersplan kon uitgaan van een bepaalde vergoeding per gegenereerde opdracht onder de formule. Dit bleek ongefundeerd. Alhoewel de adviseur stelde dit van de franchisegever vernomen te hebben, heeft de adviseur verzaakt dit te verifiëren aan de hand van de jaarrekeningen die hij beschikte.
De rechtbank stelt ook vast dat de adviseur ten onrechte aan de aspirant franchisenemer had geschreven dat er sprake was van door de reeds actieve franchisenemers binnengehaalde opdrachten met een omzet van € 250.000,00. Ook hier geldt dat dit feitelijk onjuist bleek te zijn.
Van een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur die zich de belangen van zijn klant aantrekt mag verwacht worden dat hij de cijfers die hij aan zijn klant doorgeeft controleert (dan wel dat hij aan zijn klant te kennen geeft dat hij dit niet heeft gedaan). Dit gold des te meer in het onderhavige geval, waarbij de adviseur weet dat de klant deze cijfers gebruikt in zijn ondernemingsplan dat ten grondslag ligt aan de financieringsaanvraag die de klant indient. Vastgesteld kan derhalve worden dat de adviseur jegens de franchisenemers tekort geschoten is.
De franchisenemer stelde schade geleden te hebben als gevolg van de tekortkomingen van de adviseur. De rechtbank oordeelt echter dat de beslissing om franchisenemer te worden al was genomen op het moment dat de adviseur de onjuiste informatie verschafte. Derhalve is de adviseur niet schadeplichtig jegens de franchisenemer.
Uit deze uitspraak volgt dat zij die aspirant franchisenemers adviseren over prognoses en financieringsaanvragen aansprakelijk kunnen zijn. Dit kan ook het geval zijn als de betrokken adviseur ingeschakeld en betaald wordt door de franchisegever. Een adviseur doet er goed aan om bij zijn advies neer te leggen welke gegevens als uitgangspunt genomen zijn en wat de herkomst daarvan is. Ook is het raadzaam aan te geven welke gegevens (voetstoots) aangenomen zijn en welke niet (nader) geverifieerd zijn.
Mr A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Franchisegever verplicht tot verlenging franchiseovereenkomst
De rechtbank Rotterdam heeft op 6 september 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:6975 (Misty /Bram Ladage) geoordeeld dat de weigering tot verlenging van een franchiseovereenkomst door een franchisegever
De (on)geldigheid van een postcontractueel concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst: analogie met arbeidsrecht?
De rechtbank Gelderland heeft op 5 september 2017, ECLI:NL:RBGEL:2017:4565 een vonnis gewezen over onder meer de vraag of Bruna als franchisegever een beroep kon doen op het verbod voor een
Column Franchise+ – mr. J Sterk: “Rechtbank veroordeelt fastfoodketen tot verlenging franchiseovereenkomst
De zaak speelt begin dit jaar. De franchisenemer weigert al jaren de bij verlenging aangeboden nieuwe franchiseovereenkomst te ondertekenen aangezien deze een verslechtering van zijn rechtspositie met
Geen geldig non-concurrentiebeding voor franchisenemer
Op 18 november 2016 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:7754, een vonnis gewezen in de kwestie waarbij aan de orde was of de franchisenemer gehouden
Franchise & Recht nr. 5 – Wet Acquisitiefraude en franchising
Per 1 juli 2016 is de Wet Acquisitiefraude ingevoerd. Hiermee zijn onder meer wijzigingen aangebracht in artikel 6:194 BW.
Moet een franchisenemer een nieuw model-franchiseovereenkomst accepteren?
De rechtbank Rotterdam heeft op 31 maart 2017, ECLI:NL:RBROT:2017:2457 in kort geding geoordeeld over de vraag of franchisegever Bram Ladage de franchiseovereenkomst met haar franchisenemer had