Aansprakelijkheid accountant voor opgestelde prognose?

In een arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 11 juli 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:3153, was aan de orde dat franchisenemers de accountant van de franchisegever verweten aansprakelijk te zijn voor een voorgehouden ondeugdelijke prognose.

De accountant van de franchisegever had in opdracht van de franchisenemers een investeringsbegroting opgesteld, waarmee een prognose werd verstrekt omtrent de te verwachten financiële resultaten van het exploiteren van een franchisevestiging onder de formule van een franchisegever. De verwijten zagen op de aanwezigheid van een tegengesteld belang van de accountant, maar ook op enkele omissies in de prognose. Die omissies zagen onder meer op het achterwege laten van negatieve effecten, terwijl positieve effecten wel meegenomen waren. 

Het gerechtshof heeft een deskundige benoemd. De deskundige is tot de conclusie gekomen dat de prognose begrijpelijk is en overeenkomstig de gebruikelijke werkwijze is opgemaakt. De deskundige heeft er ook op gewezen dat verschillen tussen de prognose en de gerealiseerde cijfers beperkt zijn. Verder heeft de deskundige gewezen op enkele tekortkomingen van dat het belangenconflict niet is vastgelegd en enkele tekortkomingen niet zodanig zijn dat de prognose onbetrouwbaar zouden zijn. 

Het gerechtshof oordeelt in die lijn dat de accountant gehandeld heeft zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam accountant mag worden verwacht.

De vraag of de prognose deugdelijk is, wordt door het gerechtshof beoordeeld aan de hand van de maatstaf voor beroepsaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid van een franchisegever voor een ondeugdelijke prognose zou ook beoordeeld kunnen worden aan de hand van de vraag of de franchisegever gehandeld heeft zoals van een redelijk handelend en redelijk bekwaam franchisegever mag worden verwacht bij de werving van franchisenemers. 

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Artikel Franchise+ – “Franchisegever hanteert “afgeleide formule” (zonder dat hij het weet)” – mr. A.W. Dolphijn – d.d. 9 september 2020

Tal van franchisegevers zullen zich niet bewust zijn van het gegeven dat zij een “afgeleide formule” gebruiken zoals bedoeld in de Wet franchise.

Door Alex Dolphijn|09-09-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – Drie voorwaarden bij het recht op klantenvergoeding voor de agent bij de beëindiging van de agentuurovereenkomst – d.d. 26 augustus 2020

Bij de agentuurrelatie tussen een agent en een opdrachtgever (de principaal) leggen partijen hun samenwerkingsafspraken vast in een agentuurovereenkomst. Wanneer de principaal de agentuurovereenkomst

Door mr. C. Damen|26-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel mr. C. Damen – “Wanneer geldt de exhibitieplicht voor het overleggen de franchiseovereenkomst?” d.d. 17 augustus 2020

Geldt de exhibitieplicht voor het tonen van een (franchise)overeenkomst in een procedure, wanneer de procespartijen niet in rechtsbetrekking staan tot de (franchise)overeenkomst?

Door mr. C. Damen|17-08-2020|Categorieën: Uitspraken & actualiteiten|

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Informatieverplichtingen van de beoogd franchisenemer onder de Wet franchise” – d.d. 7 augustus 2020 – mr. A.W. Dolphijn

Alhoewel de Wet franchise tot doel heeft franchisenemers te beschermen tegen franchisegevers, zijn er ook een aantal verplichtingen voor franchisenemers bepaald.

Ga naar de bovenkant