De gebonden franchisenemer
Soms wordt er gesproken over een gebonden franchisenemer. Het is voor startende franchisenemers van belang om voorafgaand aan de ondertekening van de franchiseovereenkomst te bezien of, en in welke mate, de franchisenemer gebonden is. Kort samengevat gaat het dan om bepalingen die de franchisenemer in de weg kunnen zitten indien hij de exploitatie wenst voort te zetten na het einde van de franchiseovereenkomst. In deze bijdrage worden daarvan enkele voorbeelden genoemd.
Vooral in de retail is een vestigingspunt een belangrijk onderdeel van de samenwerking tussen franchisegever en franchisenemer. De bedoeling is om het vestigingspunt tot trekpleister te maken voor (potentiële) klanten. Op die manier kunnen er vaste klanten ontstaan en neemt het belang van het vestigingspunt toe. Er wordt dan “traffic” gegenereerd.
Goed denkbaar is dat een franchisegever een goed vestigingspunt wil behouden voor de keten van franchisewinkels. De potentiële klanten kennen het punt en de formule die daar geëxploiteerd wordt. Daar staat tegenover dat een franchisenemer na het einde van de franchiseovereenkomst wellicht op het betreffende vestigingspunt door zal willen exploiteren onder eigen naam, of andere formule. Ook hij zal willen (blijven) profiteren van de opgebouwde “traffic”.
In sommige franchiseovereenkomsten zijn afspraken neergelegd waarmee de franchisegever het vestigingspunt tracht te behouden voor de keten van de franchiseformule. Men spreekt dan van een “gebonden” franchisenemer. De franchisenemer zit immers als het ware “vast” aan formule en kan niet zonder meer op het betreffende vestigingspunt naar believen de exploitatie op het vestigingspunt voortzetten zonder de franchiseformule. Dergelijke bindingsafspraken kunnen bijvoorbeeld de volgende zijn:
– Een postcontractueel concurrentieverbod: De franchisenemer mag na afloop van de franchiseovereenkomst geen concurrerende activiteiten exploiteren (op of nabij het vestigingspunt);
– Een aanbiedingsplicht van de franchisenemer: De franchisenemer dient bij voorgenomen staking of verkoop van de exploitatie de onderneming aan de franchisegever te koop aan te bieden;
– Een koopoptie voor de franchisegever: De franchisegever heeft het recht om na afloop van de franchiseovereenkomst de onderneming te kopen van de franchisenemer;
– De franchisenemer huurt het vestigingspunt van de franchisegever, zodat de franchisegever soms als huisbaas zeggenschap heeft over wie of wat er in het gehuurde gebeurt.
Er zijn tal van varianten te bedenken op methoden waarop de franchisegever de franchisenemer kan binden. Niet alle bindingen door franchisegever zijn geldig. Soms kan er sprake zijn van strijd met het mededingingsrecht of strijd zijn met de Wet franchise.
Het is raadzaam om zo veel mogelijk vooraf te bezien hoe een eventuele bindingsafspraak werkt, in hoeverre deze geldig is en of het nodig is om andere of alternatieve afspraken te maken.
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Column Franchise+ – mr. Th.R. Ludwig: “Rechter: zorgplicht franchisegever vergelijkbaar met die van een bank”
Diverse uitspraken in 2016 hebben duidelijk gemaakt hoe hoog de zorgvuldigheidsnorm voor een franchisegever jegens zijn franchisenemers ligt.
Gebruik van internet en sociale media: rechter verruimt mogelijkheden franchisenemers
De franchisenemer mag in beginsel niet worden verboden een eigen website te hebben om zijn producten of diensten tevens of zelfs uitsluitend via internet te verkopen.
Artikel in Entree: “Planschade”
“Doordat de gemeente van alles onderneemt en verbouwt in de omgeving van mijn zaak, heb ik nadeel en lijd ik schade. Kan ik die verhalen?”
Artikel in Entree: “Geurregels”
“Ik heb last van de geur die de naastgelegen horecazaak produceert. Kan ik hier iets tegen doen?”.
Supermarktbrief – 16
1. Koop/verkoop Albert Heijn-franchiseonderneming
Koop/verkoop Albert Heijn-franchiseonderneming
In een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland van 28 juli 2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:6138, ging het over de verkoop van de aandelen in een tweetal vennootschappen, waarin een Albert Heijn-supermarkt