Wettelijke verankering zorgplicht bij prognoseproblematiek

Door Gepubliceerd Op: 31-08-2016Categorieën: Uitspraken & actualiteiten

In franchiseland speelt de zorgplicht van franchisegevers een belangrijke rol. Deze zorgplicht is nu in de wet verankerd. De Minister heeft in een brief van 29 augustus 2016 de Tweede Kamer hierover duidelijkheid verschaft.

Per 1 juli 2016 was de wet over acquisitiefraude in werking getreden. Doel en strekking van deze wet is om acquisitiefraude tegen te gaan. Het wetsvoorstel werd destijds gepresenteerd als een middel om spookfacturen, waardeloze advertenties en vals voorgewende contracten met ‘kleine lettertjes’ aan te pakken. Juist ook kleine ondernemers zouden bescherming behoeven.

De Minister heeft de Tweede Kamer geïnformeerd hoe deze wet bij franchiseverhoudingen geïnterpreteerd moet worden. Verduidelijkt is dat de prognoseproblematiek bij franchiseverhouding ook onder de nieuwe wet valt.

Acquisitiefraude

Van acquisitiefraude is sprake bij:
– misleidende mededelingen;
– waarbij essentiële informatie wordt weggelaten, verborgen wordt gehouden, of op onduidelijke wijze wordt gepresenteerd;

– terwijl die informatie nodig is om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen.  

Als er sprake is van acquisitiefraude, dan heeft dit omkering van de bewijslast tot gevolg. Op deze manier heeft de wetgever ook aan ondernemers bescherming willen bieden die slachtoffer van acquisitiefraude zijn. Acquisitiefraude is een vorm van een onrechtmatige daad en heeft schadeplichtigheid tot gevolg. Daarnaast is acquisitiefraude strafbaar gesteld.

Acquisitiefraude bij franchising

Minister Kamp heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten dat met de invoering van deze regeling van acquisitiefraude, de franchisenemer hier jegens een franchisegever bescherming aan kan ontlenen. Als voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst door de franchisegever een ondeugdelijke prognose verstrekt wordt, dan heeft de franchisenemer het voordeel van de bewijslastomkering. Tevens kan een franchisenemer gerichter strafrechtelijke aangifte doen.

Zorgplicht van de franchisegever verankerd

De juridische instrumenten zoals dwaling en bedrog zijn lastig te bewijzen. De franchisenemer moet dan in de regel aantonen dat er sprake is van opzet of wetenschap van de franchisegever van de ondeugdelijke prognose. Bovendien hebben bedrog en dwaling tot gevolg dat de overeenkomst vernietigd kan worden, waarbij alle prestaties over en weer ongedaan gemaakt kunnen worden. Schadevergoeding is niet vanzelfsprekend. Over deze problematiek wordt veel geprocedeerd.

Met de nieuwe wet hoeft de franchisenemer alleen maar acquisitiefraude te stellen, terwijl de franchisegever dan moet bewijzen dat van acquisitiefraude geen sprake is. Slaagt de franchisegever hier niet in, dan is er sprake van een onrechtmatige daad. Een onrechtmatige daad impliceert ook de verplichting tot vergoeding van schade. De nieuwe wet schrijft een grotere verantwoordelijkheid en derhalve een zorgplicht voor bij het afgeven van prognoses door franchisegevers.

Tot slot

De wet is op 1 juli 2016 in werking getreden, dus prognoses die vanaf dat moment verstrekt zijn kunnen onder de nieuwe wettelijke regeling vallen. Aan franchisenemers zijn dus belangrijke juridische instrumenten toegekend die hun positie bij prognoseproblematiek aanzienlijk versterken. Franchisegevers zullen extra moeten oppassen bij het verstrekken van een prognose.

Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies.

Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

De Hoge Raad stelt zware eisen aan franchiseprognoses

Een uitspraak van de Hoge Raad van vrijdag jl. werpt nieuw ligt op het verstrekken van winst- en omzetprognoses aan aspirant-franchisenemers.

Door Ludwig en van Dam|28-02-2017|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Geschillen beslechting, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , , |

Inbreuk op exclusief verzorgingsgebied door franchisegever in verband met formulewijziging d.d. 27 februari 2017

Op 30 januari 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2017:688 (Intertoys/franchisenemer) de vraag voorgelegd gekregen hoe omgegaan moet worden met het

Prognoses bij startup franchiseformule

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde op 14 februari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:455 (Tot Straks/franchisenemer) over de vraag of de franchisegever een ondeugdelijke prognose verschaft had en de

Verplicht overdragen franchiseonderneming aan franchisegever?

De rechtbank Amsterdam heeft op 23 januari 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:412 (CoffeeCompany/Dam Spirit B.V.) een vonnis gewezen over de vraag of een franchisenemer bij een beëindiging van de samenwerking

Overdracht klantendata aan franchisegever

Het gerechtshof Amsterdam oordeelde in het arrest van 10 januari 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:68 (OnlineAccountants.nl) onder meer over de vraag hoe klantendata moet worden overgedragen.

Uitverkoop bij bedrijfsbeëindiging franchisenemer – wie krijgt de uitverkoopopbrengst?

In het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland d.d.12 oktober 2016, ECLI:NL:RBNNE:2016:5061 (Bewindvoerder/Expert Groep en Rabobank) stond de vraag centraal of de franchisegever tezamen met de bank

Ga naar de bovenkant