Veranderingen bij hard franchise formule Albert Heijn
In hoeverre kan een franchisenemer van de franchisegever verlangen dat de franchisegever veranderingen doorvoert in de formule? De rechtbank Noord Holland heeft in een kort gedingvonnis van 11 september 2014 (ECLI:NL:RBNHO:2014:9474) geoordeeld over de eis van een Albert Heijn franchisenemer die van Albert Heijn eiste dat Albert Heijn meewerkt aan het installeren van een zogenaamde Ageviewer. Een Ageviewer is een systeem voor de controle van de leeftijd van klanten die leeftijdgebonden producten willen kopen, zoals alcoholische dranken en tabak.
Vastgesteld is dat de franchiseformule van Albert Heijn er een is waarbij de samenwerking is gebonden aan strenge regels die vrijwel alle terreinen van de bedrijfsvoering betreffen, zogenaamde “hard franchise”. Het kassasysteem dat aan franchisenemers voorgeschreven is, kent een controlemechanisme waarbij de kassa blokkeert op het moment dat er een leeftijdsgebonden product door de kassa gescand wordt. De kassamedewerker dient dan een controle uit te voeren.
De franchisenemer in kwestie stelt dat het uitvoeren van een controle op leeftijd bij bepaalde producten wettelijk verplicht is en dat met Ageviewer de effectiviteit op de controle verbeterd kan worden. De franchisenemer heeft Albert Heijn kenbaar gemaakt een nieuw controlesysteem in te willen voeren waarbij centraal aan de hand van camerabeelden een betere inschatting van de leeftijd gemaakt kan worden. Kennelijk is voor het gebruik van Ageviewer nodig dat Albert Heijn de aansluiting op het bestaande kassasysteem mogelijk maakt. Albert Heijn heeft aangegeven hier niet aan te willen meewerken.
Albert Heijn heeft aangegeven dat het bestaande systeem weliswaar niet 100% effectief is, maar daar staat tegenover dat er ook geen wettelijke plicht is om Ageviewer in te voeren. Ook meent Albert Heijn dat Ageviewer op gespannen voet staat met de verplichtingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Verder wijst Albert Heijn op het ketenbelang en de belangen van de andere franchisenemers. De rechter volgt Albert Heijn in haar betoog en is van mening dat onderhavige kwestie gezien de aard van de franchiserelatie (in het kader van de “hard franchise” formule), collectief en uniform met de franchisenemers geregeld dient te worden.
Uit deze uitspraak volgt overigens niet dat de franchisenemer niet zelf extra controlemechanismen zou mogen toepassen. Mogelijk dat, als de vordering anders zou zijn geformuleerd, de uitkomst anders zou zijn geweest. Zo had de franchisenemer bijvoorbeeld de vordering kunnen richten op een verplichting van Albert Heijn tot ontsluiting van bepaalde gegevens uit het kassasysteem, opdat de franchisenemer zelf de mogelijkheid krijgt een alternatieve signalering van leeftijdsgebonden producten te bewerkstelligen.
Kortom, bij “hard franchising” kunnen individuele afwijkingen en uitzonderingen van de formule soms lastig te maken zijn, zeker als er een goed functionerende belangenbehartiging van de franchisenemers georganiseerd is. Bij een dergelijke overlegstructuur zullen zorgvuldig overwogen worden in het belang van het collectief. Bij “soft franchising” zullen individuele franchisenemers meer ruimte en vrijheid hebben om een eigen koers te varen.
Mr. A.W. Dolphijn – Franchiseadvocaat
Ludwig & Van Dam Advocaten Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Mail naar dolphijn@ludwigvandam.nl
Andere berichten
Food Retaildag 2010
Food Retaildag 2010
Hoge Raad bevestigt toestaan verkoop franchisenemer buiten exclusief rayon
Franchisenemer acquireert en verkoopt buiten zijn rayon, in gebieden die nog niet zijn uitgegeven aan andere franchisenemers.
De nadere huurprijsvaststelling van bedrijfsruimte op verzoek van de verhuurder/franchisegever of de huurder/franchisenemer
Betaalt de (onder)huurder/franchisenemer nog wel een marktconforme huurprijs voor de gehuurde bedrijfsruimte?
Gedeeltelijke onverschuldigdheid entreegeld wegens uitblijven omzet en het niet leveren van contractuele prestaties door franchisegever
Franchisenemer beroept zich terecht op onvoorziene omstandigheden wegens het uitblijven van omzet en vordert succesvol matiging van het verschuldigde entreegeld.
Beëindiging franchiseovereenkomst leidt niet zonder meer tot beëindiging onderhuurovereenkomst
Franchisegever beëindigde de franchiseovereenkomst met de franchisenemer. In de franchiseovereenkomst was bedongen dat door beëindiging van de franchiseovereenkomst tevens de onderhuurovereenkomst zou
Ondanks tegenclaim franchisenemer gerechtvaardigde ontbinding franchisecontract door franchisegever
De Rotterdamse rechtbank heeft onlangs beslist dat betalingsachterstand van ruim € 80.000,-- voldoende is voor de franchisegever om de franchiseovereenkomst te ontbinden.