Opzegging of ontbinding franchiseovereenkomst door franchisenemer

In beginsel kunnen franchiseovereenkomsten tussentijds eindigen door bijvoorbeeld opzegging of ontbinding. De rechtbank Overijssel heeft op 21 maart 2018, ECLI:NL:RBOVE:2018:1335 geoordeeld over de vraag of een franchisenemer de franchiseovereenkomst rechtsgeldig tussentijd beëindigd had. 

De franchisegever had met een kort geding willen bewerkstelligen dat de samenwerking tussen partijen per direct hervat zou worden, nu de franchisenemer deze had gestaakt. In de franchiseovereenkomst stonden regels over tussentijdse beëindiging. De franchisenemer had de franchiseovereenkomst echter niet ondertekend en in het kader van het kort geding heeft de rechtbank de bepalingen uit de franchiseovereenkomst buiten beschouwing gelaten. Wel is vastgesteld dat partijen in ieder geval een (mondelinge) duurovereenkomst gesloten hadden. 

De franchisenemer had reeds gedurende zekere tijd bij de franchisegever aangegeven de wens te hebben om de franchiseovereenkomst zo spoedig mogelijk te beëindigen. In plaats van de franchiseovereenkomst op te zeggen had de franchisenemer de franchiseovereenkomst ontbonden. De franchisenemer had echter onvoldoende concreet gemaakt en onderbouwd dat de franchisegever was tekortgeschoten. Aldus was niet aannemelijk geworden dat het gerechtvaardigd was om de franchiseovereenkomsten te ontbinden. 

Nu de franchisenemer de franchiseovereenkomst niet had opgezegd, hetgeen onder omstandigheden mogelijk kan zijn om (wel) tot beëindiging te komen, en de ontbinding niet rechtsgeldig was, dient de (mondeling) gesloten franchiseovereenkomst nagekomen te worden. 

Mr. A.W. Dolphijn – franchiseadvocaat 

Ludwig & Van Dam Franchise advocaten, franchise juridisch advies. Wilt u reageren? Ga naar dolphijn@ludwigvandam.nl.

Andere berichten

Arbitrage binnen franchise: een te hoge drempel? – mr. M. Munnik

Bij het aangaan van een overeenkomst is het voor partijen mogelijk – in afwijking van de wet - om een bevoegde rechter aan te wijzen. Dit geldt ook voor de franchiseovereenkomst. Van deze mogelijkheid

Beroep franchisenemer op dwaling wegens ondeugdelijke prognoses en gebrek aan ondersteuning verworpen – d.d. 25 april 2019 – mr. K. Bastiaans

Het Hof ’s-Hertogenbosch oordeelde (ECLI:NL:GHSHE:2019:697) over de vraag of het enkele feit dat prognoses niet zijn uitgekomen, de conclusie rechtvaardigt dat de franchisenemer tekort is gedaan...

Door mr. K. Bastiaans|25-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Prognose-problematiek, Uitspraken & actualiteiten|Label: , |

Artikel De Nationale Franchise Gids: “Steeds meer bescherming tegen ronselen franchisenemers” – d.d. 2 april 2019 – mr. A.W. Dolphijn

Steeds vaker blijkt dat geronselde franchisenemers beschermd kunnen worden op basis van de Wet Acquisitiefraude.

Door Alex Dolphijn|02-04-2019|Categorieën: Franchise overeenkomsten, Uitspraken & actualiteiten|Label: |

De franchisenemersvereniging en de binding van franchisenemers – Contracteren 2019, nr. 1

Een bijdrage over veelvoorkomende bepalingen in franchiseovereenkomsten waarbij is bepaald dat een franchisenemer verplicht lid is van een franchisenemersvereniging.

Ga naar de bovenkant