Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN) in gesprek met de Minister
Begin maart 2014 heeft de Belangen Vereniging Franchisenemers Nederland (BVFN), de onafhankelijke belangenbehartiger voor franchisenemers in Nederland, de Minister van Economische Zaken bij brief verzocht om een onderhoud teneinde verschillende (actuele) thema’s rondom franchising te bespreken. Inmiddels heeft de BVFN van het Ministerie van Economische Zaken een uitnodiging ontvangen teneinde de zienswijze van de BVFN dienaangaande aan haar kenbaar te maken. Deze bijeenkomst zal op korte termijn worden geagendeerd. Hierbij zullen de belangen van franchisenemers in Nederland langs diverse wijzen door de BVFN aan de orde worden gesteld, niet alleen het nut van regelgeving betreffende. Naar aanleiding daarvan zal de BVFN nader verslag doen.
Andere berichten
Misleiding bij de werving van een franchisenemer?
Een uitspraak over de vraag of de franchisegever bij de werving van een franchisenemer een onjuiste voorstelling van zaken gegeven had.
Franchisegever aansprakelijk voor prognoses afkomstig van derde – d.d. 6 maart 2019 – mr. M. Munnik
Volgens vaste rechtspraak handelt een franchisegever onrechtmatig jegens haar franchisenemer wanneer een franchisegever zelfstandig op onzorgvuldige wijze onderzoek uitvoert en als gevolg daarvan...
De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd – WPNR 7226 (2019)
Het kabinet is voornemens een wettelijke regeling over franchising in het Burgerlijk Wetboek op te nemen ter bescherming van de zwakke positie van de franchisenemer.
Gemeente moet tijdelijke Albert Heijn toestaan
De rechtbank Noord-Holland heeft op 7 februari 2019 geoordeeld over de vraag of de gemeente een tijdelijke Albert Heijn diende toe te staan
Franchisegevers mogen geen wijziging van winkeltijden meer opleggen – 12 februari 2019 – mr. A.W. Dolphijn
Eind 2018 is een concept van de “Wet keuzevrijheid openingstijden winkeliers” gepresenteerd.
Wanneer gaat een franchisegever te ver bij de werving van franchisenemers?
In het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 5 februari 2019 was aan de orde of de franchisegever bij de werving van de franchisenemers ontoelaatbaar gehandeld had.