Albert Heijn moet 5 Jan Linders-winkels afstoten

Jan Linders wordt franchisenemer van Albert Heijn en zal dus ook de blauwe formule gaan voeren. Verder verkoopt Albert Heijn tien van zijn eigen winkels aan Jan Linders die deze winkels als franchisenemer voortzet met de Albert Heijn-formule.

Doordat diverse Jan Linders-winkels omgevormd worden naar de formule van Albert Heijn, kan het zijn dat op sommige locaties de formule van Albert Heijn te dominant wordt. De consument heeft dan onvoldoende keuzemogelijkheden van tussen verschillende formules gelet op hun daadwerkelijke reisbewegingen. Er moet voor de consument voldoende keuze en dus concurrentie tussen formules overblijven.

Ten aanzien van vijf Jan Linders-winkels, te weten in Beek, Heerlen, Herten, Roggel en Swalmen, geldt dat er te weinig keuze voor consumenten en concurrentie tussen formules overblijft als deze onder de formule van Albert Heijn zouden gaan exploiteren. Albert Heijn en Jan Linders hebben daarom op aangeven van de ACM toegezegd de betreffende winkels te verkopen aan een concurrent. Daarbij hebben zowel Albert Heijn als Jan Linders toegezegd om deze winkels voor de komende tien jaar niet meer te zullen exploiteren. Het ziet er naar uit de betreffende winkel aan Jumbo verkocht zullen worden.

Voor Albert Heijn-franchisenemers in de omgeving van de vijf Jan Linders-winkels zal het goed nieuws zijn dat er niet nog een “blauwe winkel” in hun marktgebied zal komen. Zij zullen de concurrentie met waarschijnlijk Jumbo moeten aangaan.

mr. A.W. Dolphijn
Ludwig & Van Dam advocaten, franchise juridisch advies.
Wilt u reageren? Mail dan naar dolphijn@ludwigvandam.nl

Andere berichten

Hoe ver strekt de zorgplicht van de bank?

In de rechtspraak is enige tijd geleden de vraag aan de orde geweest wat de positie van de bank is in de driehoeksverhouding franchisegever – bank – franchisenemer.

Bewijslastomkering bij prognose als misleidende reclame?

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in een kort gedingvonnis van 15 juni 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:3833, geoordeeld over een vordering tot (onder meer) schorsing van het non-concurrentiebeding.

Boete voor franchisegever omdat aspirant-franchisenemer vreemdeling is

De Raad van State heeft op 5 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1815, beslist over de vraag of bij de (voorgenomen) samenwerking tussen een franchisegever en een aspirant-franchisenemer, de franchisegever

Artikel in Entree: “Bedrijfsnaam”

“Ik heb een prachtige naam bedacht voor mijn horecaonderneming en heb hier de nodige kosten voor gemaakt. Nu is er een andere ondernemer die vrijwel dezelfde gaat gebruiken. Mag dat wel?”

Ga naar de bovenkant